B&F, Begrijpend lezen, NB week 14 AA

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 4,5

Begrijpend lezen

Nieuwsbegrip week 14

Titel: Praten met je handen

Niveau: AA

Voorkennis activeren

De titel van de tekst is: 

Praten met je handen

Waar moet jij aan denken? 

Laat het weten op de volgende pagina!

Gebarentaal

Lees de woorden

voor jezelf

Doel van de les

Strategie: 

- Antwoord opzoeken in de tekst

- Betekenis van woorden op zoeken

Geheugensteuntje

Zie je de tussenkopjes?

Waar zou de tekst over gaan?  

Als je kijkt naar de kopjes en plaatjes. Wat verwacht je te lezen?

Inleiding

Printscreen inleiding

Waarom is er bij belangrijk nieuws op tv iemand die gebarentaal spreekt?

1. Dat is voor dove en slechthorende mensen. Dan weten zij ook wat er gezegd wordt.
2. Dat is voor kinderen die de taal nog niet goed spreken. Dan kunnen ze goed de Nederlandse taal leren.
3. Dat is voor de mensen die niet goed kunnen zien. Dan kunnen ze toch horen wat er in het nieuws gezegd wordt.

Gebarentaal

Wat gebruiken dove mensen als ze in gebarentaal met elkaar praten?  

Staat wel in de tekst

Staat niet in de tekst

Het gezicht

Het haar

De handen

De ogen

De oren

De stem

Wat is hetzelfde bij gebarentaal als bij andere talen?

1. Alle mensen gebruiken de taal
2. Je gebruikt vooral je stem
3. Je kunt over alles praten

Niet overal hetzelfde

Waar of niet waar?
Elk land heeft zijn eigen gebarentaal

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?
Doven over de hele wereld gebruiken gebarentaal

1. Waar
2. Niet waar

Dove kinderen op school

Dove kinderen leerden vroeger geen gebarentaal.
Waar letten zij op als iemand tegen hen praatte?

1. Op de handen van de persoon die tegen hen praatte
2. Op de lippen van de persoon die tegen hen praatte
3. Op de ogen van de persoon die tegen hen praatte

Gebarentaal bij het nieuws

Wie zie je vanaf nu ook bij belangrijk nieuws op tv?

1. De koning en de koningin die het nieuws vertellen.
2. Een tolk die het nieuws in gebarentaal vertelt.
3. Iemand van het jeugdjournaal die het nieuws aan de kinderen vertelt.

Hierna volgen nog een paar vragen over woorden in de tekst

Je ziet eerst een stukje tekst en daarna de vraag

Denk aan de tip:

In regel 5 staat: dat is bedoeld voor dove mensen.
Wat betekent 'bedoeld voor?'

1. Bedacht voor
2. Niet geschikt voor
3. Af en toe voor

In regel 11 staat: dat doen zij vaak met gebaren.
Wat betekent 'het gebaar'?

1. De zin die je zingt
2. Het woord dat je opschrijft
3. De beweging met je handen

In regel 35 staat: dat is een tolk.
Wat betekent 'de tolk'?

1. Iemand die duidelijk opschrijft wat er gezegd wordt.
2. Iemand die in een andere taal duidelijk maakt wat er gezegd wordt.
3. Iemand die meer dan 10 talen spreekt.

Extra 

Soms gebruiken doven een handalfabet om te spellen. 

Bekijk het plaatje hiernaast. 

Hiermee kun je jouw naam oefenen. Of bedenk een ander woord en laat iemand van je familie raden wat je gebaard. 

Kunnen ze het raden? 

Hoe vond je de les?

1. Makkelijk
2. Beetje moeilijk
3. Moeilijk

Goed bezig geweest! 

Je bent klaar met deze les!