3.4 Kookpunt en smeltpunt
1 / 18
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat vooraf ging...
Plaats de fase-overgangen op de juiste plaats:
rijpen
vervluchtigen
smelten
verdampen
stollen
condenseren
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Zet de drie fasen van het koken van water in de juiste volgorde:
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Bekijk tabel 1 op bladzijde 115.
Welke stof heeft laagste en welke stof heeft het hoogste kookpunt?
Welke stof heeft laagste en welke stof heeft het hoogste kookpunt?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Als je weer kijkt naar tabel 1 op bladzijde 115.
In welke fase bevindt de stof alcohol zich?
In welke fase bevindt de stof alcohol zich?
A
In de vaste fase
B
In de vloeibare fase
C
In de gas fase
D
Tilted Towers
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Wat betekent kookpunt?
timer
0:30
Slide 16 - Open vraag
Wat betekent smeltpunt?
timer
0:30
Slide 17 - Open vraag
Waarom zijn kookpunt en
smeltpunt stofeigenschappen?
smeltpunt stofeigenschappen?
timer
0:20
A
Omdat alleen sommige stoffen kunnen koken / smelten en andere niet
B
Omdat elke stof hetzelfde smeltpunt heeft maar een ander kookpunt
C
Omdat elke stof hetzelfde kookpunt heeft maar een ander smeltpunt
D
Omdat het kookpunt en smeltpunt voor elke stof anders zijn en deze eigenschappen uniek maken
