Kijk jij om je heen in de natuur dan zie je veel groen, blauw en bruin. Maar voor sommige dieren ziet de wereld eruit als een disco vol fluorescerende kleuren. Hun huid of vacht kan knalroze, gifgroen of felblauw oplichten. Voor veel van deze dieren is dit handig, omdat ze zo gemakkelijk soortgenoten kunnen herkennen, of de vijand kunnen afschrikken. Tegelijkertijd zijn er dieren die schutkleuren hebben om juist niet op te vallen. Dieren passen zich dus aan aan hun omgeving. Hoe zit dat precies?