lesson plan
DEF@ctO | lesplan | lesweek 07 | groep 5-6 | fase 4
Ready to use this lesson plan? Use the button below to save a copy of this lesson plan in your account. After doing so, you will be able to modify the lessons as you wish.
Dit lesplan bevat:
- startbladen - herhaling lesstof lesweek 06
- spelling voor groep 5-6
- taal voor groep 5-6
De bijlages die nodig zijn voor de lessen zijn toegevoegd als PDF-bestand. Elke les bevat ook een reflectieblad, want doelgericht werken vraagt om doelen stellen en erop reflecteren. De les begint met de startbladen. Met deze werkbladen wordt de lesstof van week 06 herhaald. Je kan hiermee zien of de lesstof wordt beheerst. Een klein toetsmoment dus en een mooie herhaling om je les mee te starten.
STARTBLADEN - HERHAAL DE LESSTOF VAN LESWEEK 06
antwoorden startbladen lesweek 06
groep 5-6 spelling korte klank
Doel: ik kan woorden met een korte klank zonder fouten schrijven.
Deze les wordt vanaf de opdrachten gedifferentieerd aangeboden. Leg uit dat dit deels een herhalingsles is van de les van vorige week, woorden met lange klank. Deze les ga je de nadruk leggen op woorden met de korte klank. Alle stappen van het verdelen van woorden in klankgroepen worden herhaald. Aansluitend start je met het klassikaal bekijken van het uitlegfilmpje waarin al wordt uitgelegd hoe je klankgroepen moet maken. Wanneer je het uitlegfilmpje hebt bekeken vraag je of de leerlingen vragen hebben hierover. Je kan nu besluiten om de les zelfstandig verder te laten maken, indien je ervan overtuigd bent dat ze de stof beheersen en dit zelfstandig aan kunnen. Indien je nog niet zeker bent, bied je deze les klassikaal aan. Je herhaalt de stappen voor het maken van klankgroepen en bespreekt deze 1 voor 1 waarna er oefeningen volgen. De oefeningen worden per leerjaar apart aangeboden (om en om).
Aanbod
De les start met uitleg over woorden met een korte klank en ook deze les worden de klankgroepen weer herhaald net zoals vorige week.
De les wordt afwisselend aangeboden met uitlegbladen een uitlegfilmpje en opdrachten om de aangeboden instructie ook te oefenen. De oefeningen worden gedifferentieerd aangeboden.
De les eindigt met reflectie op het doel (zie reflectieblad in de bijlage).
Uitlegblad
Ideetje voor in de klas
Kopspijkers
Nodig: een houtblok, een hamer (niet te zwaar/ groot), grote spijkers die al een stukje in het houtblok zijn geslagen; wisbordjes en stiften.
Uitleg spel
Noem een woord met een lange / korte klank. Iedereen schrijft het woord op. Ze laten het tegelijk zien. Degene die het woord goed heeft geschreven mag één keer op hun spijker slaan.
Wie het eerst zijn spijker in het blok heeft geslagen is de winnaar.
Of als de tijd om is wint degene die de spijker het verst in het blok heeft geslagen.
Je kan dit ook met tweetallen/ groepjes spelen.
werkbladen GROEP 5 en 6
ANTWOORDEN werkbladen
reflectieblad
groep 5-6 taal voegwoorden
Doel: ik weet wat voegwoorden zijn en kan de voegwoorden en, dus, of, maar, want, omdat gebruiken om zinnen aan elkaar te verbinden.
Deze les wordt gedifferentieerd aangeboden. Geef aan dat het eerste deel voor groep 6 herhaling is maar dat de opdrachten wel nieuw zijn (vragen worden om en om aangeboden voor groep 5 en 6). Je kan er ook voor kiezen om de leerlingen zelfstandig de les te laten openen en de opdrachten te laten maken (deze kijk je achteraf dan na). Groep 6 heeft nog verlengde instructie. Zij krijgen er nog twee nieuwe voegwoorden bij en oefenen met het veranderen van de zinsvolgorde bij gebruik van voegwoorden. De voegwoorden die erbij komen zijn nadat en terwijl.
De les start met uitleg over voegwoorden. De verschillende voegwoorden die deze les centraal staan worden apart uitgelegd met voorbeelden. Daarna volgt een uitlegfilmpje en zijn er verschillende opdrachten om zelf te oefenen met voegwoorden. Deze opdrachten worden gedifferentieerd aangeboden.
Speel klassikaal Kaboem met het Rad van fortuin. Hierna is groep 5 klaar en kan starten met het werkblad. Groep 6 krijgt uitleg over de voegwoorden 'nadat' en 'terwijl' en gaan dit ook oefenen op LessonUp.
De les eindigt met reflectie op het doel (zie reflectieblad in de bijlage).
uitlegblad
Ideetjes voor in de klas
Happertje
Voorbereiding: vouw een aantal happertjes (voor elk tweetal één happertje) https://youtu.be/m2shCsUysgg. Schrijf voegwoorden in de happertjes. De ene leerling zegt een getal onder de tien, de ander hapt het aantal met het happertje. De eerste leerling kiest een vak en maakt een zin met het voegwoord dat onder het gekozen cijfer zit. Daarna draaien de leerlingen de rollen om.
Draai het voegwoord
Plak op het rad de geleerde voegwoorden. Verdeel de leerlingen in twee teams.
Om de beurt draait een team aan het rad. Ze maken met het gedraaide voegwoord een correcte zin. Jij bepaalt of de zin correct was en het voegwoord op de juiste manier is gebruikt.
Bij een correcte zin verdient het team een punt. Als de tijd om is wint het team met de meeste punten.
Dit kan ook een moment zijn om eventuele misconcepties over voegwoorden te bespreken en recht te zetten.
werkbladen GROEP 5 en 6
antwoorden werkbladen
reflectieblad
Groep 5-6 werkwoordspelling enkelvoud en meervoud
Doel: ik weet dat een werkwoord verandert als ik er meer van maak en andersom.
In week 4 hebben de leerlingen geleerd wat een werkwoord is. (Taal en grammatica). Dit is een les waarin je gedifferentieerd werkt met groep 5 en groep 6. Wijs de les toe aan desbetreffende groepen. Vertel de leerlingen welke kleur voor hen is. (paars = groep 5 en geel=groep 6). De les bestaat uit twee delen: (1) gezamenlijk instructie en (2) individueel inoefenen. Ten slotte maken de leerlingen een werkblad. De werkbladen zijn ook gedifferentieerd.
Aanbod
De les start met uitleg over enkelvoud en meervoud met voorbeelden. Na de uitleg laat je de leerlingen zelfstandig oefenen. Zet de les klaar op de accounts van je leerlingen. Door middel van de stippen weten de leerlingen welke opdrachten zij wel/niet moeten maken.
Tot slot krijgen ze het werkblad dat bij deze les hoort.
De les eindigt met reflectie op het doel (zie reflectieblad in de bijlage).
ideetjes voor in de klas
Balgooi
Jij zegt een woord en gooit de bal naar een leerling. De leerling zegt het woord in het meervoud en gooit de bal weer terug naar jou.
Wandel en wissel
Maak kaartjes met woorden in het enkelvoud en kaartjes met woorden in het meervoud. Iedere leerlingen krijgt 4 kaartjes en gaan wandelen. Ze ‘ontmoeten’ een andere leerling - high five – leerling 1 leest het woord van het bovenste kaartje voor – leerling 2 zegt het woord in het andere getal (enkelvoud / meervoud). Daarna draaien ze om en doen hetzelfde met het bovenste kaartje van leerling 2. Ten slotte wisselen ze van kaartje – kaartje gaat onderop – afscheid nemen en weer wandelen. Je kan ter controle het juiste antwoord onderaan het kaartje schrijven. De voorlezer moet dan wel ervoor zorgen dat de ander het kaartje nog niet ziet.
Variatie groep 6
Zet op de kaartjes niet alleen woorden, maar schrijf zinnen. De leerlingen moeten de hele zin in een ander getal zetten.