Indirecte en directe rede

Spelling
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Directe rede
Laura zei: "Ik ken de tekst van de musical."
Wat gezegd is staat precies zo opgeschreven met aanhalingstekens

Slide 2 - Slide

Indirecte rede
Laura zei dat ze de tekst van de musical kent.
Wat gezegd is staat niet letterlijk opgeschreven.
Geen aanhalingstekens!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wanneer gebruik je aanhalingstekens?
A
Directe rede
B
Indirecte rede
C
Directe en indirecte rede
D
Je gebruikt helemaal geen aanhalingstekens

Slide 5 - Quiz

Aanhalingstekens
- bij een letterlijk citaat: je verwijst naar wat iemand zegt
- bij woorden die extra nadruk nodig hebben
- bij een verwijzing die als grapje bedoeld is of niet klopt

Slide 6 - Slide

Punt
Lies vroeg: "Zullen we spelen?"
"Ik heb nieuwe schoenen", zei Sam.

Slide 7 - Slide

Wat is het verschil tussen een directe en indirecte rede?

Slide 8 - Open question

Directe of indirecte rede ?

Sanne vervolgt: 'Niemand heeft respect voor me.'
A
indirecte rede
B
directe rede

Slide 9 - Quiz

Staat de zin in de indirecte rede of in de directe rede?


Ik vroeg hem met welk potlood hij die schets had gemaakt.
A
indirecte rede
B
directe rede

Slide 10 - Quiz

Directe of indirecte rede?
Jan vertelde gisteren dat hij naar de tandarts moest.
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 11 - Quiz

Directe rede of indirecte rede?
Joep zei dat hij moe was.
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 12 - Quiz

Directe of indirecte rede?


Indy zegt: 'Op een paard kan je rijden.'
A
directe rede
B
indirecte rede

Slide 13 - Quiz

Ik kan het verschil tussen de directe en indirecte rede herkennen en uitleggen

😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll