Hormoonstelsel

Hormonen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hormonen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesinhoud
  • Wat is een hormoon?
  • Waar worden hormonen gemaakt?
  • Hoe wordt de hormoonconcentratie in het bloed gereguleerd?
  • Wat is het effect van een hormoon en op welke cellen?


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van hormonen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Hormonen
  • Hormoonklieren:
        produceren hormonen

o.a. van belang bij groei, seksualiteit en voortplanting, gespierdheid, humeur, slaap- en waakritme

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Hormonen
chemische stof - specifieke werking -> 'signaalstoffen':
hormoonklieren > interne secretie > hormoon > doelwitcellen > receptor om chemische boodschap op te vangen > remmende of stimulerende werking

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Soorten hormonen
  • Steroïdhormonen (steroïden): vetachtige stoffen, gemaakt uit cholesterol, o.a. cortisol en testosteron


  • Eiwithormonen (peptiden): wateroplosbare stoffen, o.a. insuline en adrenaline.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Regelkringen
  • Balans aanmaak en afbraak (regelmechanisme m.b.t. de concentratie van het hormoon)
  • Feedback = terugkoppeling


  • Concentratie hormoon laag: aanmaak hormoon
  • Concentratie hormoon hoog: stop aanmaak hormoon

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De Cv-ketel:

  • 21 graden afgesteld
  • sensor meet temperatuur
  • wordt het warmer?
  • thermostaat (rem) laat ketel afslaan
  • wordt het weer kouder?
  • ketel gaat weer aan (rem los)
Hormoonstelsel (bijv. schildklier):

  • hypofyse maakt schildklierhormoon
  • hypothalamus meet waarde (sensor)
  • te hoog? hypofyse moet stoppen met aanmaak
  • te laag? hypofyse moet produceren

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hormoonproductie
Op meerdere manieren worden hormonen aangemaakt:
  1. Hormoonklieren als orgaan (endocrien): maken alleen hormonen aan en geven direct af aan het bloed (bijv. hypofyse, schildklier)
  2. Hormoonklieren in ander orgaan (bijv. eilandjes van Langerhans - insuline) 
  3. Hormoonproducerende cellen (weefsel): hormonen worden aangemaakt op de plek waar het ook nodig is (bijv. gastrine in de maag, secretine in het duodenum, histamine in de huid)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hormoonklieren
De hormoonklieren in het lichaam zijn: 
- Hypothalamus + hypofyse
- Pijnappelklier
- Schildklier 
- Bijschildklieren 
- Eilandjes van Langerhans (Pancreas) 
- Juxtaglomerulairecellen (nieren)
- Bijnieren 
- Geslachtsklieren (eierstokken en zaadballen) 



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hypothalamus/ Hypofyse-systeem
Hypothalamus: De 'regelaar'
  • Produceert ADH en Oxytocine
  • Geeft opdracht aan de hypofyse tot meer/ minder productie van hormonen:
    Stimuleren (releasing factor), bv. PSH (prolactinestimulerendhormoon)
    Remmen (inhibiting factor), bv. dopamine.

Hypofyse: De 'onderbaas'
  • Regelt lichaamsfuncties door uitscheiden van hormonen
  • Bestaat uit een voorkwab en een achterkwab


Slide 13 - Slide

De hypothalamus en de hypofyse zijn met de hypofysesteel met elkaar verbonden. De hypothalamus 'meet' of er voldoende van een bepaald hormoon in het bloed aanwezig is. 

Wanneer het lichaam meer of minder van een bepaald hormoon nodig heeft, geeft de hypothalamus de hypofyse een seintje. Dat gaat met behulp van hormonen.
Hypofyse
  • Hypofysevoorkwab = endocrien weefsel
  • Hypofyseachterkwab = zenuwweefsel

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hypofysevoorkwab = adenohypofyse

Effecthormonen (zelf direct effect)
  • Groeihormoon (GH)
  • Prolactine (PRL)

Glandotrope hormonen (aanzet tot aanmaak):
  • Schildklierstimulerend hormoon (TSH)
  • Adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
  • Luteïniserend hormoon (LH)
  • Follikelstimulerend hormoon (FSH)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hypofyseachterkwab = neurohypofyse
Opslag en doorgifte hormonen, aangemaakt door hypothalamus:
  • Oxytocine: weeën en toeschietreflex
  • Antidiuretisch hormoon (ADH):
    vochthuishouding/ osmotische waarde

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Pijnappelklier = epifyse
  • Melatonine: dag-nachtritme
  • Productie ↑ als het donker wordt

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hypofysevoorkwab
Hypofyse achterkwab
Hypothalamus
Epifyse
Melatonine
ADH
Prolactine
Oxytocine

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Schildklier - thyroïd
Schildklierhormonen (T3 en T4):
  • Celstofwisseling
Calcitocine:
  • Verlaagt calciumgehalte in het bloed

Bijschildklier > parathormoon (antagonist van calcitocine)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Te snel werkende schildklier

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Te langzaam werkende schildklier

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Struma
Vergroting/vormverandering van de schildklier:
  • Diffuus
  • Nodulair (knobbelvormig)
  • Solitaire knobbel
En schildkliervergroting of vormverandering hoeft niet samen te gaan met een toename van de functie. Bij een schildkliervergroting kan de functie ook normaal of juist verminderd zijn.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Alvleesklier - pancreas
Eilandjes van Langerhans:
Insuline:
- verlaagt glucose
Glucagon:
- verhoogt glucosegehalte
regelkring

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welk hormoon komt vrij bij een hoge bloedsuikerspiegel?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glycogeen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welk hormoon komt vrij bij een lage bloedsuikerspiegel?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glycogeen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Juxtaglomerulair complex - nieren
Renine = hormoon

Angiotensine

Aldosteron = hormoon

Systeem
Bij een lage bloeddruk...

Slide 27 - Slide

Het RAAS is een systeem waarmee het lichaam de bloeddruk kan regelen.

Bij een lage bloeddruk produceren de nieren het hormoon Renine.

Het hormoon Renine zorgt voor de vorming van angiotensine 1 in het bloed

Angiotensine 1 wordt door het enzym ACE omgezet in angiotensine 2.

Angiotensine 2 zorgt voor vaatvernauwing en voor productie van aldosteron -> vasthouden van zout en water

Hierdoor stijgt de bloeddruk weer
Bijnieren
Bijnierschors (cortex), endocrien weefsel:
  • Aldosteron (Na, K-huishouding)
  • Glucocorticoiden, o.a. cortisol (glucose-huishouding)
  • Geslachtshormonen: androgenen en oestrogenen

Bijniermerg (medulla), zenuwweefsel:
  • Adrenaline en noradrenaline: stresshormonen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Geslachtsklieren vrouw
Eierstokken - ovaria:
  • Oestrogeen (o.i.v. FSH):
    primaire en secundaire geslachtskenmerken
  • Progesteron (o.i.v LH):
    groei baarmoederslijmvlies

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Geslachtsklieren man
Zaadballen - testes:
  • Testosteron (o.i.v. ICSH): 
    Primaire en secundaire geslachtskenmerken
    Aanmaak eiwitten → spierontwikkeling

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Alvleesklier
Schildklier
Eierstokken
Zaadballen
Pancreas
Testes
Ovaria
Thyroïd

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Weefselhormonen
  • Erytropoëtine (EPO): aanmaak in nier en lever: stimuleert productie rode bloedcellen in beenmerg
  • Gastrine: stimuleert productie maagsap
  • Secretine: stimuleert afgifte pancreassap, stimuleert afgifte gal
  • Histamine: wordt afgegeven door beschadigde lichaamscellen - komt vrij bij allergische reactie

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Welke organen liggen in de hersenen?
Hypofyse
Thyroïd
Ovaria
Pancreas
Epifyse
Hypothalamus
Adrenes

Slide 33 - Drag question

This item has no instructions

Bij welke processen in ons lichaam zijn hormonen betrokken?

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn glandotrope hormonen?
A
hormonen welke direct invloed hebben op bepaalde lichaamsfuncties
B
hormonen die andere hormoonklieren in het lichaam reguleren

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Met welk onderdeel van de Cv kun je de hypothalamus vergelijken?
A
thermostaat
B
radiator
C
sensor
D
ketel

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

De hypofyseachterkwab maakt zelf ADH en Oxytocine
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quiz

nee, deze twee zijn aangemaakt door de hypothalamus, achterkwab is alleen doorgeefluik
TSH stimuleert de
A
bijnieren
B
borsten
C
schildklier
D
testes/ eierstokken

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Welke hormoonklier speelt een rol bij dag-/nachtritme?
A
schildklier
B
nieren
C
eilandjes van Langerhans
D
pijnappelklier

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Vertel met eigen woorden:
  • wat de functie is van hormonen
  • welke organen welke hormonen produceren


  • Wat zijn nu je leervragen over hormonen?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Welk cijfer geef je deze les?
210

Slide 41 - Poll

This item has no instructions