Tekstverband en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school

Welkom bij Nederlands!

Lesdoel deze week

Je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden: oorzaak-gevolg, middel-doel, voorwaarde en conslusie in een tekst herkennen en begrijpen.

Verbanden en signaalwoorden

Wat doen we vandaag?

• Lezen in 'Start'-krant
  
• UItleg verbanden en signaalwoorden
• Maken: H.4-Lezen, blz. 83: opdracht  2 en 3.
  

Lezen 

Ingewikkeld

of niet?

Verbanden in teksten

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

je de tekst

beter begrijpt.

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Vul in:

... koop ik een oude fiets, .... knap ik hem op en .... verkoop ik hem weer.

Vul in:

Hij is een heel goede coureur, .......  wint hij nooit een race.

Vul in:

Ik wil hem nooit meer zien ..... hij mij echt slecht heeft behandeld.

Tekstverband: reden

In een zin of een alinea wordt een reden gegeven waarom iets gebeurt of waarom iemand iets doet.

Signaalwoorden:

omdat, want, daarom, immers

Vul in:

In schoolkantines moet meer gezond eten worden verkocht, ..... fruit en snoepgroenten.

Tekstverband: voorbeel

In een zin of een alinea wordt iets gezegd en daarna worden voorbeelden gegeven.

Signaalwoorden:

bijvoorbeeld, zoals, als, voorbeeld

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

Maken H.4-Lezen, blz. 218: opdracht 2 en 3

                         

Wat?

Met wie?

Hulp?

Klaar?

Huiswerk

Zelfstandig

Vraag de docent om hulp

Laat het de docent zien

Maken H.4-Lezen, blz. 218: opdracht 3+4