4/5.5 houding & beweging 6 blessures

startvraag
hint
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

startvraag
hint

Slide 1 - Slide

wervelkolom

Slide 2 - Slide

Tussenwervelschijf: 
wervels en tussenwervels

Slide 3 - Slide

rug hernia

Slide 4 - Slide

zithouding
fout

Slide 5 - Slide

tillen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Samenvatting
B 5 houding en beweging
De wervelkolom bestaat uit wervels met daartussen tussenwervelschijven.
• De tussenwervelschijven bestaan uit kraakbeen; dat werkt als een soort schokdemper voor de rug.
• De rugspieren houden de dubbele-S-vorm in stand.

• Een verkeerde lichaamshouding kan ervoor zorgen dat de wervelkolom scheef komt te staan.
   (spieren  overbelast en /of  kramp)

Slide 8 - Slide

6/7  Blessures

Slide 9 - Slide

spierpijn
spierkramp
tennisarm
rsi
botbreuk
kneuzing
verzwikking
ontwrichting
blessures

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

tennisarm

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Botbreuk
- het bot is gebroken.
- meestal moet je in het gips zodat het bot weer aan elkaar groeit. 
- herstel duurt ongeveer 6 tot 8 weken. 
botbreuk
botbreuken

Slide 14 - Slide

Botbreuk
- het bot is gebroken.
- meestal moet je in het gips zodat het bot weer aan elkaar groeit. 
- herstel duurt ongeveer 6 tot 8 weken. 
voetbalknie

Slide 15 - Slide

Kneuzing 
- Ontstaat door een harde klap.
- Er ontstaat een blauwe plek (op je lichaam) of een bult (op je hoofd) 
- Koelen helpt tegen pijn en zwelling. 
kneuzing

Slide 16 - Slide

verzwikking
- Bij een verzwikking raken het gewrichtskapsel en kapselbanden beschadigd. 
- Wordt vaak dik door zwelling
- Doet pijn
- Koelen met koud water of coolpak helpt tegen zwelling en pijn. 
verzwikking

Slide 17 - Slide

- Ontstaat vaak door een val. 
- De gewrichtskop schiet uit de kom. 
- Het is pijnlijk.
- Een huisarts kan het gewricht weer 'terugzetten'. 

ontwrichting

Slide 18 - Slide

blessures voorkomen

Slide 19 - Slide

Samenvatting
B 6 blessures
Blessures voorkomen

Warming-up: Voor het sporten Hierdoor krijgen de spieren meer bloed en zuurstof; 

Cooling down:  Na het sporten  Hierdoor worden afvalstoffen sneller uit de spieren afgevoerd en krijg je minder spierpijn.
spierpijn
pijn in de spieren als je ze teveel belast
tennisarm
de pees van de elleboogspier is ontstoken
rsi
overbelasting van een spier door herhaalde beweging, dezelfde houding of kracht op 1 plek
botbreuk
breuk in het bot
voetbalknie
meniscus in de knie gescheurd ( vaak ook gewrichtskapsel en kapselbanden)
kneuzing
beschadiging weefsel 
verzwikking
kneuzing gewricht, kapselbanden en gewrichtskapsel rekken uit of scheuren
ontwrichting
gewrichtskogel schiet uit gewrichtskom

Slide 20 - Slide

wat weet je nog

Slide 21 - Slide

Hoe noemen we dit type been
A
platte beenderen
B
pijp beenderen
C
kalkzouten
D
lijmstof

Slide 22 - Quiz


Als een spier samentrekt:
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 23 - Quiz

Hoe heet spier 1?
Hoe heet spier 2?
A
Nr 1: armbuigspier Nr 2: armstrekspier
B
Nr 1=armstrekspier Nr 2=armbuigspier

Slide 24 - Quiz

wat is dikker/groter: een spiervezel of een spierbundel?
A
spiervezel
B
spierbundel

Slide 25 - Quiz

spier
spierbundel
pees
spiervezel

Slide 26 - Drag question

In welk deel van een bot worden bloedcellen gemaakt?
A
Mergholte
B
Geel beenmerg
C
Rood beenmerg
D
Bloed beenmerg

Slide 27 - Quiz

Wat zit er in de platte beenderen?
A
bloed
B
zuurstof
C
geel beenmerg
D
rood beenmerg

Slide 28 - Quiz

Is een geit een hoefganger, teenganger of een zoolganger?
A
Hoefganger
B
Teenganger
C
zoolganger

Slide 29 - Quiz

Hoe noemen we nummer 5?
A
gewrichtskogel
B
gewrichtskom
C
gewrichtssmeer
D
kraakbeen

Slide 30 - Quiz

Welk gewricht is dit?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht

Slide 31 - Quiz

Spaakbeen
Opperarmbeen
Ellepijp



middenhands
beentjes



handwortel
beentjes
vingerkootjes

Slide 32 - Drag question

Nummer 3
Nummer 7
Nummer 14
Nummer 15
Nummer 19
Nummer 23
Kuitbeen
Scheenbeen
Handwortelbeentje
Wervelkolom
Schouderblad
Sleutelbeen

Slide 33 - Drag question


Soort gewricht?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaikogelgewricht

Slide 34 - Quiz

Dit is een...
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger
D
Hoefganger

Slide 35 - Quiz

Wat is van groot naar klein?
A
Spier - spiervezel - spierbundel
B
spiervezel - spierbundel - spier
C
Spierbundel - spier - spiervezel -
D
Spier - spierbundel -spiervezel

Slide 36 - Quiz

Wat zijn antagonisten?
A
Spieren zonder functie
B
Spieren met een gezamenlijke functie
C
Spieren met tegenovergestelde functie

Slide 37 - Quiz

Welke houding is goed?
A
Links
B
Rechts
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 38 - Quiz

Welke houding is goed?
A
eerste
B
tweede
C
derde
D
vierde

Slide 39 - Quiz

Doel van de les: 
Je kunt van enkele blessures beschrijven wat er aan de hand is
je kunt beschrijven hoe je blessures kunt voorkomen

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Begrippen

Slide 42 - Mind map

Doel van de les gehaald? 
Je kunt van enkele blessures beschrijven wat er aan de hand is
je kunt beschrijven hoe je blessures kunt voorkomen

Slide 43 - Slide