In deze paragraaf komen een aantal begrippen(paren) aan bod. Daarover gaan de volgende meerkeuze en open vragen.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slide and 4 videos.
Items in this lesson
2.1 Wat is ethiek?
In deze paragraaf komen een aantal begrippen(paren) aan bod. Daarover gaan de volgende meerkeuze en open vragen.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Hoe noemen we het geheel van normen en waarden?
A
Moreel
B
Moraal
C
Maatschappij
D
Ethiek
Slide 3 - Quiz
Waaraan geeft moraal richting?
A
Aan ons handelen
B
Aan onze meningen
C
Aan ons denken
D
Aan onze samenleving
Slide 4 - Quiz
Wat betekent descriptief?
A
Verdedigend
B
Aanvallend
C
Beschrijvend
D
Voorschrijvend
Slide 5 - Quiz
Wat betekent prescriptief?
A
Verdedigend
B
Aanvallend
C
Beschrijvend
D
Voorschrijvend
Slide 6 - Quiz
Wat is een norm?
A
Een gebod
B
Een gedragsregel
C
Een verbod
D
Wat we normaal vinden
Slide 7 - Quiz
Vrijheid is een voorbeeld van
A
ethiek
B
een norm
C
een waarde
D
een moraal
Slide 8 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een waarde?
A
Niet stelen
B
Gezondheid
C
Regels
D
Politiek
Slide 9 - Quiz
Vind je gezondheid een morele waarde? Geef een voor- en tegenargument.
Slide 10 - Open question
In België zijn er middelbare scholen waar leerlingen verplicht zijn uniforme schoolkleding te dragen, in Nederland komt dit (vrijwel) niet voor. Welke twee verschillende waarden liggen hieraan ten grondslag?
Slide 11 - Open question
Leg uit wat het verschil is tussen een norm en een waarde en geef daarvan een voorbeeld.
Slide 12 - Open question
Kan je een persoonlijke of individuele moraal hebben? Leg je antwoord uit.
Slide 13 - Open question
Wat is het verschil tussen ethiek en moraal?
Slide 14 - Open question
Wat betekent moreel relativisme? En ben jij zelf een relativist? Leg je standpunt met een voorbeeld uit.