Hoe spel je de pv's in een samengestelde zin goed?
1. Kijk of je de
tegenwoordige tijd of
verleden tijd moet gebruiken.
2. Kijk of je enkelvoud of meervoud moet gebruiken.
3. Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Voorbeeld:
Toen Kees gisteren voor de Piet wegvluchtte, lachten zijn teamgenoten.