§2.1 - Botten [les 4]

§2.1 les 4


1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§2.1 les 4


Slide 1 - Slide

Wat zijn de functies van het skelet?

Slide 2 - Open question

Je opperarmbeen bevat
A
Geel beenmerg dat bloedcellen produceert
B
Geel beenmerg voor vetopslag
C
Rood beenmerg dat bloedcellen produceert
D
Rood beenmerg voor vetopslag

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen deze les

Je kent het verschil tussen beencellen en kraakbeencellen

Je kan beschrijven wat er verandert in je botten als je groeit



Slide 4 - Slide

Kraakbeencellen bevat
A
Veel lijmstof, weinig kalk
B
Veel lijmstof en veel kalk
C
Weinig lijmstof, weinig kalk
D
Weinig lijmstof, veel kalk

Slide 5 - Quiz

Functie 1. Verbening
De botten van baby's bevatten veel kraakbeencellen

Naarmate baby's ouder worden veranderen deze kraakbeencellen in beencellen. Dit proces heet verbening

Slide 6 - Slide

Functie 2. Groeischijven
Aan het einde van bepaalde botten zitten groeischijven. Dit zijn kraakbeencellen die snel verdubbelen. 

Het gevormde kraakbeen wordt dan langzaam verbeend tot beencellen. Hier zit veel meer kalk in en weinig lijmstof. 

Slide 7 - Slide

Functie 3. Schokken opvangen
Kraakbeenschijven tussen wervels vangen schokken op als je loopt of rent. Hierdoor komt er geen bot op bot.

Slide 8 - Slide

Twee manieren hoe schokken worden opgevangen:

  1. Door kraakbeenschijven
  2. Door de speciale dubbel s-vorm

Slide 9 - Slide

'S ochtends ben je 2 cm langer dan 's avonds, hoe?

Slide 10 - Slide

Hoe noem je de vorm die de wervelkolom van mensen heeft?
A
de dubbele S-vorm
B
de S-vorm
C
de heuvel-vorm
D
de kraakbeenvorm

Slide 11 - Quiz

Aan het werk

Wat?  Maak § 2.1 af, kijk na en verbeter de fouten


Klaar?  Lees paragraaf 2.2 door

Slide 12 - Slide