Persoonsvorm verleden tijd
Twee manieren: 1. 't ex Kofschip -> kijken naar laatste letter stam -> eindigt de stam op een -t, -x, -k, -f, -s, -c, -h, -p, dan stam + te(n).
2. Het woord langer maken.
------------------------
LET OP woorden met een 'v' en een 'z'. Verhuizen, beloven, geloven, razen. Die werkwoorden schrijf je altijd met +de(n), ook al schrijf je de stam met een 'f' en een 's'.