This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Close Reading 'IJskoud'
Slide 1 - Slide
Doel sessie 1
Ik kan vertellen over wie de tekst gaat en wat er gebeurt.
Slide 2 - Slide
Nummer de tekst
Slide 3 - Slide
Je gaat zo het lied luisteren. Ondertussen lees je de tekst mee. Tijdens het luisteren omcirkel je woorden/zinnen waarvan je de betekenis niet weet.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Welke personen komen er voor in de tekst?
Slide 6 - Open question
Omschrijf in je eigen woorden waar dit lied over gaat. Bedenk het eerst voor jezelf, bespreek het met je oogmaatje en daarna in je team.
Slide 7 - Slide
Bespreek in je team wat het begin - midden - eind is van de tekst. Bespreek ook waarom jullie dat vinden.
Slide 8 - Slide
Doel sessie 2:
Ik herken en begrijp de uitdrukkingen in de tekst.
Slide 9 - Slide
In de tweede alinea staat: 'Zomaar een streep door ons verhaal'. Wat betekent dat?
Slide 10 - Open question
Is dat letterlijk of figuurlijk gebruikt? Waarom?
Slide 11 - Open question
'Je woorden maken wolkjes in de lucht'. Is dat letterlijk of figuurlijk gebruikt? Waarom?
Slide 12 - Open question
In de tekst komen nog een aantal uitdrukkingen voor. Kleur ze allemaal blauw en bespreek met je oogmaatje wat de betekenis is.
Slide 13 - Slide
De schrijver, Nielson, noemt haar 'hard' in de tekst. Waarom? Kleur dat bewijs geel in de tekst.
Slide 14 - Slide
Doel sessie 3
Ik begrijp de tekst nog beter en ik kan mij goed inleven in de hoofdpersonen.
Slide 15 - Slide
De schrijver zegt steeds 'Ik ga kapot'. Wat bedoelt de schrijver hiermee?
Slide 16 - Open question
Hoe zou je de personen (uit sessie 1) beschrijven?
Schrijf dit op naast de tekst.
Slide 17 - Slide
Welke tegenstellingen kom je tegen in de tekst? Bespreek het eerst met je schoudermaatje.
Slide 18 - Open question
Zag hij het uitmaken aankomen denk je? Waarom wel of niet? Bespreek het in je team.
Slide 19 - Slide
Wat vind je van de titel van het lied? Vind je het passen bij de tekst, waarom wel of niet? Bespreek het in je team en daarna typt één iemand het antwoord in.
Slide 20 - Open question
Wat verwacht de zanger van de ander? Zou hij antwoord willen op zijn vraag die hij telkens herhaalt?