Koe

Close Reading
Tattoo- koe
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Close Reading
Tattoo- koe

Slide 1 - Slide

Waar zou deze bron over gaan?

Slide 2 - Open question

Doel sessie 1
Ik weet waar de tekst over gaat en kan dit in mijn eigen woorden vertellen.

Slide 3 - Slide

Welk persoon/dier is in deze tekst het belangrijkst? Waarom denk je dat?

Slide 4 - Open question

Omschrijf in 2 zinnen waar dit verhaal over gaat.

Slide 5 - Open question

Waarom heet dit gedicht "tattoo-koe"?

Slide 6 - Open question

Doel sessie 2
Ik begrijp  wat er bedoeld wordt met bepaalde uitdrukkingen en ik leer de hoofdpersonen beter kennen.

Slide 7 - Slide

In de eerste alinea staat: 'een grote stapel vee'. Wat betekent dat?

Slide 8 - Open question

De tweede alinea begint met: 'Ik heb gekalfd'. Wat betekent het woord 'gekalfd'?

Slide 9 - Open question

In de tekst staan verschillende uitdrukkingen. We zoeken er eerst samen 1. Daarna ga je het zelf proberen. Onderstreep de uitdrukkingen met rood en bespreek de betekenis met je schoudermaatje.

Slide 10 - Slide

In de tekst gaat het over Barteljoris. Wie was Barteljoris?

Slide 11 - Open question

Kenmerken Barteljoris

Slide 12 - Mind map

In de tekst staan verschillende tegenstellingen. Welke kom je allemaal tegen in de tekst en waar herken je ze aan? Onderstreep deze met blauw en bespreek ze met je oogmaatje.

Slide 13 - Slide

Wie wordt er bedoeld met nummer veertienhonderdtwee? 

Slide 14 - Slide

Doel sessie 3
Ik kan verbanden, overeenkomsten en verschillen benoemen in de tekst. Ook kan ik mij beter inleven in de hoofdpersonen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Hoe voelt de koe zich?

Slide 17 - Open question

Hoe zou veertienhonderdtwee zich voelen als zij in de tijd van vroeger zou leven?

Slide 18 - Open question

Wat wil de schrijver met dit verhaal vertellen? Bespreek het met je oogmaatje en vul 1 antwoord in.

Slide 19 - Open question

Waarom eindigt de schrijver met: 'Je bent in deze tijd geen koe, je bent alleen een uier'?

Slide 20 - Open question

Welke titel zou je aan dit gedicht geven? 
Bedenk het eerst zelf, bespreek het daarna met je schoudermaatje en daarna met je team. 

Slide 21 - Slide

Einde

Slide 22 - Slide