3.4 Ruiken en proeven

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Wat je deze les nodig hebt:

- Laptop 

- Schrift (voor aantekeningen / samenvatting / begrippenlijst)

- pen / potlood 

Wat gaan we deze les doen?

- Uitleg 3.4 en oefenvragen (Lessonup)

- Opdrachten 

- Samenvatting / begrippenlijst  aanvullen

Eerst een stukje herhaling ...

Elk zintuig zet prikkels om in berichten. Hoe heet zo'n bericht?

In welke volgorde gaat waarnemen?

1. impuls - hersenen - impuls - actie - prikkel
2. prikkel - actie - impuls - hersenen - impuls
3. impuls - actie - impuls - prikkel - hersenen
4. prikkel - impuls - hersenen - impuls - actie

Wat zit er in je trommelholte?

1. Lucht
2. Gehoorbeentjes
3. Allebei
4. Geen van beiden

Wat is de functie van de buis van Eustachius?

nr. 11

nr. 5

nr. 10

nr. 6

pupil

iris

netvlies

zenuw

3.4 Ruiken en Proeven

lesdoel

Je leert hoe je verschillende smaken kunt proeven

Je leert hoe je ruikt en dat ruiken, proeven en zien veel 'samenwerken'

Hoe ruik je?

Je ruikt met je reukzintuig

Neusslijmvlies houdt neusholte vochtig.

Geurstoffen komen bij reukzintuig >

Impulsen gaan naar hersenen

Maak de opdrachten 1 t/m 7 (paragraaf 3.4)

Waardoor proef je eten?

Smaakpapillen = kleine uitsteeksels op de tong

Smaakzintuigen liggen tussen de smaakpapillen

Smaakstoffen prikkelen de tong - Impulsen naar hersenen

Welke smaken ken jij nog
meer naast bijvoorbeeld 'zoet'?

Proeven

Neus, tong en hersenen werken samen!

Waardoor is iets lekker?

Je smaakzintuigcellen

+

Je lichtzintuigcellen

+

Je koude- en warmte zintuigen

+

Je tastzintuigen

Wat zijn twee soorten prikkels die je kunt waarnemen met je tong?

1. Smaak en geluid
2. Smaak en licht
3. Smaak en pijn
4. Smaak en geur

Wie heeft er wel eens slakken gegeten?

1. Ja
2. Nee

Ga verder met de opdrachten van paragraaf 3.4