This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Triage module 7, les 4
Insult
A. Buitenhuis & R. Koops
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Hoe ziet de les er uit?
- Terugblik vorige les
- Vragen uit de voorbereiding?
- Doornemen insult
- Oefenvragen met urgenties
- MIDI proeve
- Huiswerk
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Terugblik vorige les
Intoxicatie
Slide 3 - Slide
Zijn er hierover nog vragen?
Docent stelt controle vragen:
- Welke informatie moet je altijd doorgeven als je het vergiftigingencentrum belt?
- Welke huishoudelijke middelen zijn onschuldig als ze per ongeluk worden ingenomen?
- Wat voor soort vragen stel jij in een dreigende situatie?
Casus:
Lisa (2 jaar- 17kg) heeft aan de haarshampoo gezeten.
Zij heeft minimaal 5 slokken genomen.
Moeder belt, wat moet ze doen, laten overgeven? Water geven?
Waar moet ze op letten?
Zoek op de site wat je moet doen en gaat adviseren.
Slide 4 - Slide
Niet laten braken en niet maagspoelen
Slokjes water geven
Antischuimvormers geven
Letten op temperatuurverhoging, kortademigheid, prikkelhoest (dan mogelijk aspiratiepneumonie)
Overdosis korter dan 60 minuten geleden ingenomen (geneesmiddelen)
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4
Slide 5 - Quiz
This item has no instructions
een kind heeft een stukje gum gegeten wat doe je?
A
Het kindje zo snel mogelijk laten komen
B
Het kindje laten braken
C
Contact opnemen met de vergiftigingen lijn
D
Niets het is een onschuldige stof
Slide 6 - Quiz
This item has no instructions
Voorbereiding
Heb je je voorbereid?
Hoe heb je dit gedaan?
Zijn er vragen vanuit de voorbereiding?
Slide 7 - Slide
Vragen inventariseren - na afloop evalueren of dit voldoende aan bod is gekomen
Insult
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Wat komt er in je op wanneer je denkt aan het begrip insult?
Slide 9 - Mind map
Insult: plotselinge bewusteloosheid gepaard gaande met trekkingen, vaak met tongbeet, schuim op de mond en urineverlies. Duurt enkele minuten
Wat is een insult
Toeval met verminderd bewustzijn en stuiptrekkingen; wordt gevaarlijk als het lang duurt; altijd aan hypoglykemie denken.
advies bij een insult:
Insult
Als patiënt niet ligt, zo snel mogelijk neerleggen. Stop niets in zijn mond. Voorkom dat patiënt zich bezeert. Als de trekkingen verminderen of stoppen en patiënt is nog bewusteloos: bij voorkeur in stabiele zijligging leggen.
Slide 10 - Slide
Hypoglykemie
Klachten zijn honger, hoofdpijn, angst, trillen, zweten, verwardheid. Bewusteloosheid kan optreden. Oorzaken van te lage waarden zijn een overdosering insuline of tabletten of, bij normaal gebruik van tabletten of insuline, te weinig voedselopname en/of overmatige lichamelijke inspanning. Soms is opname nodig voor observatie. Met name voor patiënten die tabletten gebruiken voor de diabetes.
De hypoglykemie kan dan terugkomen. Een bewusteloze patiënt die niets kan eten, moet snel een injectie met glucagon of glucose krijgen. Spoed is vereist, omdat bewusteloosheid door een te lage glucosespiegel in korte tijd tot hersenbeschadiging en de dood kan leiden.
Oorzaken van een insult
Oorzaken van een insult kunnen zijn:
- Epilepsie
- Koortsstuip
- Schedeltrauma
- BRUE
- Alcohol/drugs gebruik
Slide 11 - Slide
Epilepsie: aandoening van de hersenen waarbij aanvallen optreden
Koortsstuip: (6 mnd-5 jaar) Begin van koortsperiode, als temp snel oploopt. - trekkingen van armen/benen - enkele minuten
Schedeltrauma: insult bij recent schedeltrauma kan op hersenschade duiden
BRUE (Brief Resolved Unexplained Event)
BRUE (voorheen bekend als ALTE) is een gebeurtenis bij een kind onder het jaar, omschreven door aanwezigen als van korte duur (< 1 min) met één of meer van de volgende symptomen:
cyanose of bleekheid
afwezige, verminderde of onregelmatige ademhaling
verandering in spierspanning
verandering in bewustzijn.
Hierna heeft het kind geen ziekteverschijnselen meer en is het weer als vanouds.
Een zeer bedreigend ogende situatie, waarbij de ouder of verzorger ervan overtuigd is dat het kindje zal overlijden als er niet meteen iets wordt gedaan. Is reden voor een consult bij de kinderarts.
Alcohol/drugs: bij verschillende soorten drugs of overmatig alcoholgebruik kunnen er ook insulten optreden
Oefenen met urgenties
Sluit je boek en/of digitale versie van de triagewijzer
Probeer uit je hoofd antwoord te geven op de vragen
Kun je de urgenties plaatsen?
Slide 12 - Slide
This item has no instructions
Welke urgentie zet je in? Man (39) heeft zojuist een insult gehad, duurde enkele minuten (trekkingen, schuim op mond) Niet bekend met epilepsie. Insult is nu voorbij. Geen drugs/alcohol gebruikt.
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4
Slide 13 - Quiz
U2, niet bekend met epilepsie, insult voorbij. Spoed is geboden
Wat valt er onder een U1 urgentie bij insult?
A
ALTE en jonger dan 2 jaar
B
Koortsstuip, stuip voorbij leeftijd < 6 mnd
C
Aanhoudend/repeterend insult
D
Alcohol/drugs gebruikt
Slide 14 - Quiz
Alle andere antwoorden zijn U2 urgentie
Bij een insult moet je als volgt handelen: 'Leg patiënt neer, stop iets in zijn/haar mond. Voorkom dat patiënt zich kan bezeren. Wanneer patiënt na trekkingen nog bewusteloos is: stabiele zijligging'
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Onjuist, je mag niets in de mond van de patiënt stoppen. (dit werd vroeger wel gedaan)
Aan de slag!
Speel de door jou geschreven casussen uit met een klasgenoot.
Slide 16 - Slide
Bij voldoende tijd; goed om ook casussen uit te spelen.