This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Triage DA
Neurologische uitval
Insult
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Hoe ziet de les er uit?
- Terugblik vorige les
- Vragen uit de voorbereiding?
- Doornemen neurologische uitval en insult
- Oefenvragen met urgenties
- Casus oefenen
- Huiswerk
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Terugblik vorige les
Circulatie
Vaatlijden
Slide 3 - Slide
Zijn er hierover nog vragen?
Docent stelt controle vragen:
- Welke informatie moet je altijd doorgeven als je het vergiftigingencentrum belt?
- Welke huishoudelijke middelen zijn onschuldig als ze per ongeluk worden ingenomen?
- Wat voor soort vragen stel jij in een dreigende situatie?
Voorkennis
Wat weet je over het thema neurologie?
Heb je al eens meegeluisterd bij een
gerelateerde ingangsklacht?
Slide 4 - Slide
Vragen inventariseren - na afloop evalueren of dit voldoende aan bod is gekomen
Wat komt er in jou op bij het begrip neurologische uitval?
Slide 5 - Mind map
Bij neurologische uitval kan er sprake zijn van uitval van:
Motoriek - verlamming
Gevoel - verdoofd/tintelingen
Gehoor
Gezichtsvermogen
Spraak
Neurologische uitval kennen we vooral van een CVA (ook wel beroerte genoemd)
In digitale versie triagewijzer: Motorische uitval, parese (spierzwakte/verlamming) of afasie (moeite met spreken en woorden vinden) , maar ook coördinatiestoornissen (=ataxie - denk aan 'dronkemansloop' )
Waarvoor staat de afkorting CVA? Ken je ook een ander woord hiervoor?
Slide 6 - Open question
Bij neurologische uitval denken we vaak aan en CVA (dit hoeft niet altijd de oorzaak te zijn)
Er is maar één soort CVA/beroerte
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Herseninfarct - arteriële afsluiting
Hersenbloeding (bloedig CVA)
Bloeding of afsluiting (infarct)
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Weet je ook waar de afkorting TIA voor staat? Wat is het verschil met een CVA?
Slide 9 - Open question
LET OP! iedere TIA is een CVA tot het tegendeel bewezen is - je gaat dus niet eerst 24 uur afwachten!!
Kun jij de FAST-test uitleggen?
- Waarvoor staat de afkorting?
- Hoe kun je dit uitvragen?
- Moeten alle onderdelen afwijkend zijn om van neurologische uitval te spreken?
Slide 10 - Slide
Face - gezicht - hangt er een mondhoek af? Je kunt patiënt vragen om met de tanden bloot te lachen
Arms - is er uitval van kracht in de armen? - laat patiënt beide armen voor zich uitsteken
Speech - hoe is de spraak van patiënt? Dubbele tong? Onsamenhangend? brabbelend?
Time - Hoe lang zijn de klachten al aanwezig?
Wanneer 1 onderdeel afwijkend is en dit is recent ontstaan gaan we uit van een CVA
In het Nederlands: "mond - spraak - arm - beroertealarm"
Slide 11 - Slide
This item has no instructions
Waarom is het van belang om te weten hoe lang de klachten al aanwezig zijn? Bij U1 zie ik <12 uur en bij U2 zie ik >12 uur...?
Slide 12 - Open question
Dit heeft te maken met de behandeling van een herseninfarct.
Trombolyse: medicijnen die het stolsel op kan lossen kan tot 12 uur worden toegepast.
(in de boeken staat nog korter of langer dan 6 uur - de digitale versie houdt 12 uur aan als verschil tussen U1 en U2)
Tot 24 uur nieuwe behandeling --> intra arteriële trombolyse
Tot 24 uur evt. ook trombectomie (via katheter het stolsel verwijderen)
Je ziet in de triagewijzer dat je ook neurologische uitval kunt krijgen door een hernia. Wat weet jij van een hernia?
Slide 13 - Mind map
HNP hernia nuclei pulposi - tussenwervelschijf puilt uit - oefent daardoor druk uit op een zenuwwortel - dit geeft uitstralende pijn.
Ezelsbruggetje - pijn van een hernia neemt toe bij Hoesten, Niezen, Persen (HNP...)
Wanneer de druk op de zenuwwortel groter wordt kan dit leiden tot zenuwbeschadiging en neurologische uitval --> gevoelsstoornis of krachtsverlies
Bij nekhernia - neurologische uitval in de armen
Bij rughernia - neurologische uitval in de benen
Neurologische uitval door hernia: U3
Slide 14 - Slide
This item has no instructions
Andere oorzaken van neurologische uitval
Neurologische uitval kan ook worden veroorzaakt door andere ziektebeelden. Soms is het moeilijk om dit te onderscheiden van een CVA:
- Hersentumor (of metastasen)
- Parese van Bell
Slide 15 - Slide
Voornaamste verschillen met CVA:
Hersentumor/metastase --> klachten ontstaan geleidelijk, waar ze bij een CVA veel sneller ontstaan
Parese van Bell:
-Onschuldige aangezichtsverlamming, herstelt vaak spontaan
-Verschil met CVA: bij CVA alleen spieren rondom mond verlamd, bij perifere facialisparese de hele gezichtshelft – wenkbrauwen niet meer fronsen, oog niet meer sluiten, mond niet bewegen
Insult
Slide 16 - Slide
This item has no instructions
Wat komt er in je op wanneer je denkt aan het begrip insult?
Slide 17 - Mind map
Insult: plotselinge bewusteloosheid gepaard gaande met trekkingen, vaak met tongbeet, schuim op de mond en urineverlies. Duurt enkele minuten
Oorzaken van een insult
Oorzaken van een insult kunnen zijn:
- Epilepsie
- Koortsstuip
- Schedeltrauma
- ALTE
- Alcohol/drugs gebruik
Slide 18 - Slide
Epilepsie: aandoening van de hersenen waarbij aanvallen optreden
Koortsstuip: (6 mnd-5 jaar) Begin van koortsperiode, als temp snel oploopt. - trekkingen van armen/benen - enkele minuten
Schedeltrauma: insult bij recent schedeltrauma kan op hersenschade duiden
ALTE: Aparent Life Threatening Event (0-2 jaar) plotseling optredend - bleek, slap, blauw --> kind moet door ouders sterk gestimuleerd worden
Alcohol/drugs: bij verschillende soorten drugs of overmatig alcoholgebruik kunnen er ook insulten optreden
Oefenen met urgenties
Sluit je boek en/of digitale versie van de triagewijzer
Probeer uit je hoofd antwoord te geven op de vragen
Kun je de urgenties plaatsen?
Slide 19 - Slide
This item has no instructions
Welke urgentie zet je in? Man (39) heeft zojuist een insult gehad, duurde enkele minuten (trekkingen, schuim op mond) Niet bekend met epilepsie. Insult is nu voorbij. Geen drugs/alcohol gebruikt.
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4
Slide 20 - Quiz
U2, niet bekend met epilepsie, insult voorbij. Spoed is geboden
Wat valt er onder een U1 urgentie bij insult?
A
ALTE en jonger dan 2 jaar
B
Koortsstuip, stuip voorbij leeftijd < 6 mnd
C
Aanhoudend/repeterend insult
D
Alcohol/drugs gebruikt
Slide 21 - Quiz
Alle andere antwoorden zijn U2 urgentie
Bij een insult moet je als volgt handelen: 'Leg patiënt neer, stop iets in zijn/haar mond. Voorkom dat patiënt zich kan bezeren. Wanneer patiënt na trekkingen nog bewusteloos is: stabiele zijligging'
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Onjuist, je mag niets in de mond van de patiënt stoppen. (dit werd vroeger wel gedaan)
Peter belt over zijn vrouw: Haar mond hangt helemaal scheef aan de rechterkant en ze praat raar...een uur geleden was dit nog niet zo. Jij:
A
Geeft advies om dit nog even aan te zien, mogelijk een TIA, dit gaat binnen 24 uur over
B
Maakt een afspraak over enkele uren
C
Stuurt de huisarts op spoedvisite
D
Stuurt gelijk een ambulance
Slide 23 - Quiz
U1 urgentie, neurologische uitval (niet door een hernia) < 12 uur - mvr. kan een CVA hebben.
Marije is bekend met een hernia in haar nek. Nu heeft ze het gevoel dat ze in haar linkerarm minder kracht heeft. Jij:
A
Maakt een afspraak binnen een uur voor Marije
B
Stuurt een ambulance naar Marije toe, ze heeft immers neurologische uitval
C
Maakt met Marije een afspraak binnen enkele uren
D
Stelt Marije gerust, deze klachten horen bij een hernia en gaan vanzelf over
Slide 24 - Quiz
U3 urgentie - neurologische uitval door hernia
Welke van de volgende antwoorden hoort bij urgentie U2?
A
Coördinatiestoornis langer dan 12 uur, korter dan 24 uur
B
Coördinatiestoornis korter dan 12 uur
C
Neurologische uitval i.c.m. stollingsstoornis
D
Neurologische uitval door hernia
Slide 25 - Quiz
Antwoord B en C zijn U1 urgenties
Antwoord D is U3
Aan de slag!
Speel de door jou geschreven casussen uit met een klasgenoot.
Slide 26 - Slide
Denk aan je leerdoel (n.a.v. feedback midiproeve)
Geef elkaar gericht feedback
Maak het elkaar niet te makkelijk
Vul ook een SOEP formulier in
Denk aan een emotie
Huiswerk
Maak expertcolleges Neurologische uitval en Insult