ned 3F: gesprekken voeren Tweegesprekken/discussie/ argumenten

Gesprekken voeren 3F
- discussie
- gesprekken voeren
- tweegesprekken/discussie/ argumenten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Gesprekken voeren 3F
- discussie
- gesprekken voeren
- tweegesprekken/discussie/ argumenten

Slide 1 - Slide

Canvas tegel
 Je kent verschillende soorten argumenten.
 Je kunt verschillende soorten argumentatiestructuren herkennen.
 Je kunt argumentaties structureren.
 Je kunt het onderscheid maken tussen een drogreden en een argument.

Slide 2 - Slide

Wat is een argument?
A
De mening van de schrijver
B
de onderbouwing van de mening
C
Een conclusie van de mening

Slide 3 - Quiz

Je hebt een discussie over mondkapjes en iemand geeft als argument aan dat covid 19 waarschijnlijk is ontstaan bij vleermuizen.
A
argument is niet juist
B
argument is niet geldig
C
argument is relevant

Slide 4 - Quiz

Waar denk je aan bij tweegesprek?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Doel van het examen is dat jij gelijk krijgt in het gesprek.
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Als je klasgenoot te veel praat dan praat ik gewoon door hem heen.
A
goed idee
B
slecht idee

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Als we te lang over een argument door gaan, dan probeer ik over te gaan op een ander onderwerp door: 'Ik snap dat goed, maar..'
A
goed idee
B
slecht idee

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Een spiekbrief mag je bij het examen gesprekken voeren houden.
A
waar (mits in steekwoorden)
B
waar
C
niet waar
D
niet waar (je hoort dan ook of je voor of tegen bent)

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Gesprekken voeren 
Discussie over stelling
Je hoort of je voor of tegen bent
Voor- en tegenargumenten voorbereiden
(met een argumentatiestructuur)

Slide 20 - Slide