Taalverzorging les 7 en 8 (jij-toets)

Jij-toets 60 minuten
Les 7
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Jij-toets 60 minuten
Les 7

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Werkmoment = weektaak
Bereid je voor op de toets door:
  • Test Jezelf 1.8
  • Test Jezelf 2.8
  • Test Jezelf 3.8
  • Versterk jezelf in de methode
  • oefenen op Cambiumned.nl 
Of lees in je leesboek
voor de fictietaak

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?


Welke vragen heb je?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Jij-toets 30 minuten
Les 8

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Werkmoment = weektaak
Bereid je voor op de toets door:
  • Test Jezelf 1.8
  • Test Jezelf 2.8
  • Test Jezelf 3.8
  • Versterk jezelf in de methode
  • oefenen op Cambiumned.nl 
Einde les:
vragen over weektaak week 40/41
herhalen tijden van het werkwoord

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Weektaak
1.9 opdracht 7 en 8. => leestekens: dubbele punt/puntkomma
2.9 opdracht 7, 8 en 10-2. => hoofdletters
3.9 opdracht 7 en 8. => tussenletters
4.9 opdracht 7, 8 en 10-2. => trema/apostrof/accent
5.9 opdracht 7, 8, 9, 10, 11 en 12-2.
=> weglatingsstreepje/koppelteken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Tijden van het werkwoord (p. 62)
Plaats 1
Plaats 2
Plaats 3
Plaats 4

o.t.t.t. betekent: 
o.v.-.t. betekent: 
onvoltooid/voltooid
tegenwoordig/verleden
toekomend/ niet
tijd
o = inf. v = vd
pv => tt of vt
vorm van zullen
-

Slide 7 - Slide

Mijn broer had gevoetbald.

Mijn zus zal toch niet de film hebben gemist?
Maak een zin in o.t.t.t. met vertrekken & lezen

o => onvoltooid, dus geen voltooid deelwoord, maar infinitief
t => persoonsvorm staat in tegenwoordige tijd
t => toekomende tijd dus vorm van zullen

Ik zal vertrekken.                  Ik zal lezen.
Zij zullen vertrekken.            Zij zullen lezen.

o.v.t.t.
zal => zou
zullen => zouden

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Maak een zin in v.v.t.t. met vertrekken & lezen

o => voltooid, dus voltooid deelwoord plus hww: zijn/hebben
v => persoonsvorm staat in verleden tijd
t => toekomende tijd dus vorm van zullen

Ik zou vertrokken zijn.                   Ik zou gelezen hebben.
Zij zouden vertrokken zijn.            Zij zouden gelezen hebben.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Hoe ver ben je met de weektaak?

Leren voor de toets op donderdag 19 oktober. 


Neem materiaal mee voor het maken van de mindmap!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions