testjes en zo

5.9 Spelling p.139
- weglatingsstreepje
- koppelteken
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.9 Spelling p.139
- weglatingsstreepje
- koppelteken

Slide 1 - Slide

Weglatingsstreepje
Soms staan in een zin twee samenstellingen naast elkaar met daarin hetzelfde woord.

Een iPad heeft voordelen en nadelen.
Een iPad heeft voor- en nadelen.
Ik ga op maandagavond of woensdagavond volleyballen.
Ik ga op maandag- of woensdagavond volleyballen.

Slide 2 - Slide

stageuren
zoeven

Slide 3 - Slide

Koppelteken in samenstelling
  • vanwege de uitspraak: radio-omroep, na-apen
  • met cijfers, letters of andere tekens: 70-jarige, €-teken
  • als delen van de samenstelling gelijkwaardig zijn

woon-werkverkeer  <=>   werk-woonverkeer

Geen samenstelling? Dan trema => hygiëne, ruïne, skiën

Slide 4 - Slide

Koppelteken ook bij...
- Landen/steden met extra plaatsinformatie Noord-Brabant, Zuid-Amerika

- Bij dubbele achternamen Edith Visser-de Vries

- Bij een functie, rang of titel assistent-bedrijfsleider, minister-president

- Bij niet, non, oud en ex met zn niet-roker, oud-klasgenoot, ex-collega

Slide 5 - Slide

Noem drie kenmerken van een zelfstandig naamwoord.

Slide 6 - Open question

Welk wvn hoort er bij:
Wij ...
A
onze
B
ons
C
zich
D
je

Slide 7 - Quiz

Hoeveel zn zitten er in deze zin?
Op sommige scholen staat er een robot voor de klas.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

Hoeveel telwoorden in deze zin?
De eerste telefoon ging al na drie maanden kapot.
A
2 bhtw
B
2 ortw
C
1 brtw en 1 bhtw
D
1 ortw en 1 bhtw

Slide 9 - Quiz

Mijn tante wil morgen komen eten.
Welke werkwoordsoorten?

Slide 10 - Open question

's morgens riep de kleuter uit ik vind italiaanse lasagne heerlijk als ontbijt

Slide 11 - Open question

Maak een correcte samenstelling
hoog + school
A
hogeschool
B
hoogschool
C
hogenschool
D
hogesschool

Slide 12 - Quiz

Maak een correcte samenstelling.
Zon + bril
A
zonnenbril
B
zonbril
C
zonnebril
D
zonsbril

Slide 13 - Quiz

Welk woord is NIET
goed geschreven?
A
cliché
B
vmboër
C
Dennis' rugzak
D
enquête

Slide 14 - Quiz

Welk woord is NIET
goed geschreven?
A
mevrouw Van Dijk Pieters
B
non-stop
C
hang-en-sluitwerk
D
€-teken

Slide 15 - Quiz

Wat kennen/kunnen

Slide 16 - Slide

timer
10:00
Les 9

Slide 17 - Slide

Planning
  • Vragen over de weektaak
  • Herhalen soorten werkwoord
  • Aan de slag
  • Afsluiting van de les

Slide 18 - Slide

Weektaak
1.9 opdracht 6 en 8. => leestekens: dubbele punt, aanhalingst.
2.9 opdracht 7 en 8. => hoofdletters
3.9 opdracht 8, 9-1 en 9-2. => tussenletters
4.9 opdracht 7 en 8. => trema/apostrof/accent
5.9 opdracht 8, 9, 10 en 11.
=> weglatingsstreepje/koppelteken

Slide 19 - Slide

Soorten werkwoorden
  1. Onderstreep alle werkwoorden in de zin. 
  2. Meer dan 1 werkwoord? Persoonsvorm is hww.
  3. Zwabbels HdV? Wisseltruc? Ja, ja => kww.
  4. Doe-werkwoord => zww.

Combinaties:  zww (eventueel met hww's)
                       kww (eventueel met hww's)

Slide 20 - Slide

Even oefenen
Zo zal een voetballer de beste resultaten behalen.

  1. Alle werkwoorden onderstrepen.
  2. Meer dan 1 ww? PV is hww.
  3. Zwabbels HdV? Wisseltruc? Ja, ja => kww.
  4. Doe-werkwoord => zww.
kunnen

Slide 21 - Slide

Even oefenen
In de voetballerij lijken niet alle ploegen even sterk te zijn.

  1. Alle werkwoorden onderstrepen.
  2. Meer dan 1 ww? PV is hww
  3. Zwabbels HdV? Wisseltruc? Ja, ja => hww
  4. Doe-werkwoord => zww
hoeven

Slide 22 - Slide

Even oefenen
Wij blijven tijdens deze oefeningen gewoon lachen.

  1. Alle werkwoorden onderstrepen.
  2. Meer dan 1 ww? PV is hww
  3. Zwabbels HdV? Wisseltruc? Ja, ja => hww
  4. Doe-werkwoord => zww

Slide 23 - Slide

Werkmoment = weektaak
  • Maak Test Jezelf 2.8

  • Maak Test Jezelf 3.8
  • 1.9: 10-2
  • 2.9: 11-2
  • 4.9: 10-2
  • 5.9: 12-2

Slide 24 - Slide

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?


Welke vragen heb je?

Slide 25 - Slide

Jij-toets 60 minuten
Les 10

Slide 26 - Slide

Werkmoment = weektaak
Bereid je voor op de toets door:
  • Maak Test Jezelf 2.8
  • Maak Test Jezelf 3.8
  • 1.9: 10-2
  • 2.9: 11-2
  • 4.9: 10-2
  • 5.9: 12-2
Of lees in je leesboek
voor de fictietaak

Slide 27 - Slide

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?


Welke vragen heb je?

Slide 28 - Slide

Jij-toets 30 minuten
Les 11

Slide 29 - Slide

Werkmoment = weektaak
Bereid je voor op de toets door:
  • Maak Test Jezelf 2.8
  • Maak Test Jezelf 3.8
  • 1.9: 10-2
  • 2.9: 11-2
  • 4.9: 10-2
  • 5.9: 12-2
Of lees in je leesboek
voor de fictietaak
Of oefen met Versterk jezelf of Cambiumned

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Afsluiting

Hoe ver ben je met de weektaak?

Leren voor de toets op vrijdag 20 oktober. 


Neem materiaal mee voor het maken van de mindmap!

Slide 32 - Slide