Examen Bevolking en Ruimte oefenen

Examen Bevolking en Ruimte oefenen
Klas 4

1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Examen Bevolking en Ruimte oefenen
Klas 4

Slide 1 - Slide

Lees bron 35.
In bron 35 staat achter de cijfers 1 en 2 een keuzemogelijkheid.
--> Neem de cijfers 1 en 2 over op het antwoordblad en zet de juiste keuze erachter

Slide 2 - Open question

Je ziet de bevolkingsdiagrammen van de gemeenten
Houten, Utrecht en Vianen. Beredeneer welk bevolkingsdiagram van de gemeente Utrecht is. Doe het zo: --> Neem eerst het cijfer van het bevolkingsdiagram van de gemeente Utrecht over op het antwoordblad.
--> Geef vervolgens een argument voor je keuze.

Slide 3 - Open question

Over bron 38 en bron 39 worden twee uitspraken gedaan.
Uitspraak 1: in 2015 woonden meer niet-Nederlanders dan Nederlanders met een migratie-achtergrond in Nederland. Uitspraak 2: in 2015 waren de Europeanen de grootste groep binnen de niet-Nederlanders in Nederland. --> Juist of Onjuist

Slide 4 - Open question


Slide 5 - Open question

De komst van honderdduizenden vluchtelingen heeft voor Duitsland positieve gevolgen en negatieve gevolgen.
--> Geef eerst een positief demografisch gevolg van de komst van honderdduizenden vluchtelingen.
--> Geef vervolgens een negatief economisch gevolg van de komst van de honderdduizenden vluchtelingen.

Slide 6 - Open question

Uitspraak 1: bron 44 laat zien dat het verzorgingsgebied van de Dortmunder U groter is dan alleen de stad Dortmund.
Uitspraak 2: bij een optreden van een internationaal bekende rapper in de Dortmunder U is de gemiddelde reikwijdte van de bezoekers groter dan bij een Disneyfilm in hetzelfde gebouw. --> Juist of onjuist

Slide 7 - Open question

In bron 45 staat het bevolkingsdiagram van China uit 2000 en de verwachting voor 2040. Hieruit valt af te lezen dat China steeds meer vergrijst.
--> Geef een economisch nadeel van deze vergrijzing voor China.

Slide 8 - Open question

Noem de politieke maatregel die heeft geleid tot een versnelde ontgroening in China.

Slide 9 - Open question

Welk huishouden zal gemiddeld het hoogste inkomen hebben in China?
A
een huishouden met plattelandshukou, wonend in de stad
B
een huishouden met plattelandshukou, wonend op het platteland
C
een huishouden met stadshukou, wonend in de stad

Slide 10 - Quiz

Lees bron 46.
In bron 46 staat achter de cijfers 1, 2 en 3 een keuzemogelijkheid.
--> Neem de cijfers 1, 2 en 3 over op het antwoordblad en zet de juiste keuze erachter.

Slide 11 - Open question

In de Chinese stad Anqing mogen overledenen niet meer begraven worden.
--> Geef de reden dat deze maatregel past in het ruimtelijk beleid van een snelgroeiende stad als Anqing.

Slide 12 - Open question

Bekijk bron 48.
Midden in de megastad Guangzhou ligt de oude wijk Chengzhongcun. Deze wijk wordt gesloopt om plaats te maken voor hoogbouwflats.
--> Geef, naast de extra woonruimte die het oplevert, nog twee redenen waarom deze wijk wordt gesloopt.

Slide 13 - Open question


Slide 14 - Open question

Bekijk bron 34.
De levensverwachting van Nederlandse mannen en Nederlandse vrouwen
is sterk gestegen tussen 1950 en 2014.
--> Geef hiervan een oorzaak.

Slide 15 - Open question

Bekijk bron 29.
Wat is juist?
Nederland had in het eerste kwartaal van 2017
A
een negatieve natuurlijke bevolkingsgroei en een negatieve sociale bevolkingsgroei
B
een negatieve natuurlijke bevolkingsgroei en een positieve sociale bevolkingsgroei.
C
een positieve natuurlijke bevolkingsgroei en een negatieve sociale bevolkingsgroei.
D
een positieve natuurlijke bevolkingsgroei en een positieve sociale bevolkingsgroei.

Slide 16 - Quiz

Bekijk bron 30.
--> Geef twee oorzaken waardoor tussen 1971 en 2016 het aantal eenpersoonshuishoudens sterker is gegroeid dan het aantal meerpersoonshuishoudens.

Slide 17 - Open question

Lees bron 31.
In bron 31 staat achter de cijfers 1, 2 en 3 een keuzemogelijkheid.
--> Neem de cijfers 1, 2 en 3 over op het antwoordblad en zet de juiste keuze erachter.

Slide 18 - Open question

Bekijk bron 32.
Anloo is een dorpje binnen de gemeente Aa en Hunze in het noorden van Drenthe.
--> Welk verband bestaat er tussen de bevolkingsdichtheid en de nabijheid van de voorzieningen?

Slide 19 - Open question

De overheid wil de ruimte in steden zo optimaal mogelijk gebruiken.
Daarom wordt binnen het bestaande stedelijke gebied veel gebouwd voor wonen, werken en recreëren. We noemen dit stedelijke verdichting.
--> Noem een voordeel van stedelijke verdichting voor de ruimtelijke kwaliteit in de stad.
--> Noem een nadeel van stedelijke verdichting voor de ruimtelijke kwaliteit in de stad.

Slide 20 - Open question

In 2016 kwamen veel migranten naar Duitsland die daar asiel aanvroegen. Na een periode van hoge immigratie komt er vaak een tweede stroom migranten, die het gevolg is van deze migratie.
--> Noem een aardrijkskundig begrip voor deze tweede stroom migranten.

Slide 21 - Open question

Naast migratie uit het buitenland bestaat in Duitsland ook binnenlandse migratie.
--> Geef een reden waarom de binnenlandse migratie zich voornamelijk op het zuiden van Duitsland richt.

Slide 22 - Open question

Over het Ruhrgebied en de Randstad worden twee uitspraken gedaan.
Uitspraak 1: zowel het Ruhrgebied als de Randstad zijn stedelijke zones.
Uitspraak 2: zowel in het Ruhrgebied als in de Randstad werkt het grootste gedeelte van de beroepsbevolking in de dienstensector.
-->Neem de cijfers 1 en 2 van de uitspraken over op het antwoordblad en
zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Slide 23 - Open question

Lees bron 33.
--> Noem een voordeel voor migranten als de Hukouregeling versoepeld wordt.

Slide 24 - Open question

N.a.v. de grafiek worden twee uitspraken gedaan.
Uitspraak 1: pas na 2020 neemt het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking af.
Uitspraak 2: een reden van het afschaffen van de eenkindpolitiek was de dalende beroepsbevolking.
--> Neem de cijfers 1 en 2 over en zet erachter of de uitspraak juist of onjuist is.

Slide 25 - Open question