Hoofdstuk 8 Straling: paragraaf 3: straling gebruiken.

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Eigenschappen van straling

Straling komt altijd van een bron en beweegt van daar uit in alle richtingen

Elk voorwerp kan straling doorlaten, absorberen, terugkaatsen of een combinatie daarvan

Radioactiviteit

Radioactieve stoffen zenden zelf straling uit.

Een radioactieve stof heeft instabiele kernen. Deze kern zal op een gegeven moment vanzelf veranderen. Dit noem je radioactief verval

Halveringstijd/halfwaardetijd

De activiteit van een radioactieve stof wordt steeds kleiner. 

Als de halveringstijd is verstreken, is nog de helft van de instabiele kernen over en is de hoeveelheid straling met de helft vermindert.

Let op, als de halveringstijd twee keer is verstreken, heb je nog een kwart van de instabiele kernen over.

Drie soorten ioniserende straling

1. Alfastraling 
   
2. Bètastraling
   
3. Gamma straling
   

Medisch onderzoek

1. een tracer wordt in je lichaam gespoten

2. de tracer verspreidt zich door je lichaam

3. de gammastraling die de tracer uitzendt komt je lichaam uit en kan met een camera geregistreerd worden

Bestraling

Bestraling van buitenaf

Ioniserende straling wordt gebruikt om kanker te bestrijden.

Voor de bestraling wordt altijd gammastraling gebruikt. Deze wordt van verschillende kanten op het gezwel gericht. Lichaamsdelen die niet mogen worden bestraald, worden afgeschermd met lood.

Bij bestraling van buitenaf wordt de patient zelf niet radioactief.

Bestraling van binnenuit

Bij bestraling van binnenuit brengen de artsen een radioactieve stof in het lichaam. (Slikken of met een holle naald een radioactief 'zaadje' inbrengen)

Bij bestraling van binnenuit wordt de patient zelf (tijdelijk) radioactief.

Maken 

paragraaf 3