In dienst van God - H3

In dienst van God
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

In dienst van God

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 
  • Terugblik - hoe ging de toets?
  • Koningen in dienst van God
  • De eerste drie koningen
  • Bergafwaarts

Slide 2 - Slide

Leerdoelen H3
3.A - Je kunt beschrijven hoe de koningen moeten omgaan met God en het volk;
3.B - Je kent de 5 koningswetten uit Deuteronomium 17:14-20
3.C - Je kunt vertellen waarom God wilde dat er een tempel werd gebouwd;
3.D - Je kunt uitleggen hoe het komt dat het rijk in tweeën scheurde;
3.E - Je kunt de volgende uitspraak uitleggen: 'de heiligheid van de koning is de veiligheid van het volk';
3.F - Je kunt de rol van de profeten uitleggen;
3.G - Je kunt uitleggen dat door het gedrag van de koningen (zowel positief als negatief) het volk gaat verlangen naar de komst van de Messias



Slide 3 - Slide

Terugblik

Slide 4 - Slide

Blz. 15

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Theocratie:
- Betekent letterlijk 'godsregering'. 
- De koning wordt gezien als een vertegenwoordiger van God. 
Democratie:
- Betekent letterlijk 'volksregering'
- Het volk bepaalt door verkiezingen wie er in de regering komt. Deze mensen maken en handhaven de wetten. 

Slide 7 - Slide

Maken:
  • Opdracht 3.1 (tip: lees paragraaf 3.A)
  • Opdracht 3.2
  • Opdracht 3.3
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Nakijken opdracht 3.1:
1) Het mag alleen iemand uit Israël zijn (zodat de koning geen andere goden en gebruiken heeft)
2) Hij is niet meer dan de andere burgers (Hij dient hen nederig en komt op voor de armen)
3) Hij staat niet boven de wet (Hij moet God en Zijn regels volgen)

Slide 9 - Slide

Nakijken opdracht 3.2:
A. God geeft Zijn wetten - de koning volgt de wetten - de koning geeft de wetten door aan het volk (met woorden en daden)
B. Eigen antwoord. 

Slide 10 - Slide

Nakijken opdracht 3.3:
A. 1. Hij mag niet teveel paarden hebben en deze mogen niet uit Egypte komen (vers 16)
2. Hij mag niet teveel vrouwen hebben (vers 17)
3. Hij mag niet teveel goud en zilver verzamelen (vers 17)
4. Hij moet een kopie maken van het wetboek (de Thora) en dit altijd bij zich dragen en erin lezen (vers 19)
5. Hij moet zich houden aan alle regels en wetten uit het wetboek (vers 20)
B en C. Eigen antwoord.
 

Slide 11 - Slide

Wat is een Messiaans Rijk?
Let op! Dit is een begrip. 

Slide 12 - Slide

De eerste drie koningen

Slide 13 - Slide

Saul

Slide 14 - Mind map

Was Saul een Messiaanse Koning? 


Waarom wel/niet?

Slide 15 - Slide

David

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Salomo

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Aan de slag!
  • Lezen paragraaf 3.B (blz. 20/21)
  • Maken opdracht 3.5 (blz. 21)
  • Lezen paragraaf 3.C (blz. 21)
  • Maken opdracht 3.8
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Nakijken opdracht 3.5:
A. Hij had veel vrouwen - Hij hield zich niet aan de regels uit dit wetboek. 

Slide 22 - Slide

Nakijken opdracht 3.5:
A. Hij had veel vrouwen - Hij hield zich niet aan de regels uit dit wetboek. 
B. Astarte, de godin van het volk van Sidon. En Milkom, de afschuwelijke god van het volk van Ammon.

Slide 23 - Slide

Nakijken opdracht 3.5:
A. Hij had veel vrouwen - Hij hield zich niet aan de regels uit dit wetboek. 
B. Astarte, de godin van het volk van Sidon. En Milkom, de afschuwelijke god van het volk van Ammon.
C.   Omdat Salomo door zijn zonden geen zuiver beeld meer was van de Messias. Straf: na zijn dood zal zijn rijk in tweeën worden gesplitst. 

Slide 24 - Slide

Nakijken opdracht 3.8:
A. De koning moest eigenlijk namens God spreken. Als hij dat niet deed, dan stuurde God iemand anders om als profeet te vertellen wat God wilde. 
 

Slide 25 - Slide

Nakijken opdracht 3.8:
A. De koning moest eigenlijk namens God spreken. Als hij dat niet deed, dan stuurde God iemand anders om als profeet te vertellen wat God wilde. 
B. Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Elia, Elisa, Natan, Jesaja
C. Eigen antwoord. 

Slide 26 - Slide

Wat betekent: 
De heiligheid van de koning is de veiligheid van het volk?

Slide 27 - Slide

Bergafwaarts...
Blz. 22

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Aan de slag!
  • Lezen paragraaf 3.E (blz. 24)
  • Maken keuzeopdracht 3.12 (blz. 24)
  • Maken keuzeopdracht 3.13 (blz. 25)
timer
20:00

Slide 30 - Slide

Nakijken opdracht 3.12:
A. Baäl / Astarte / El / Asjera / Moloch

Slide 31 - Slide

Aan de slag!
  • Lees de leerdoelen op het werkblad
  • Zoek de antwoorden op in je boekje
  • Schrijf het antwoord op

Klaar? 
Kom een nakijkblad halen bij de docent.  
timer
15:00

Slide 32 - Slide

Volgende week: SO
Leren begrippen H3
Leren leerdoelen H3 (gebruik het werkblad)
Leren opdrachten 3.1/3.3/3.5c
Leren aantekening 'theocratie en democratie'

Slide 33 - Slide