Semana 50 Año 1 HL

                                 ¡HOLA! ¿QUÉ TAL?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

                                 ¡HOLA! ¿QUÉ TAL?

Slide 1 - Slide

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...repaso los verbos herhaal ik de werkwoorden
2. ...aprendo a describir el aspecto físico leer ik het
uiterlijk van iemand te beschrijven

Slide 2 - Slide

Pero, primero... Maar eerst...
control de los deberes huiswerkcontrole
LE p 7-12 ejs 1-14 behalve ejs 7 en 8  
LE p 13-18 ejs 1-12 behalve ej 3

Slide 3 - Slide

tú, hablar

Slide 4 - Open question

ellas, cantar

Slide 5 - Open question

nosotros, llamarse

Slide 6 - Open question

yo, tener

Slide 7 - Open question

vosotros, ser

Slide 8 - Open question

Tengo los ojos marrones (LT p 24)
1. Wat betekent 'Tengo los ojos marrones'?

2. Bekijk blz. 24. Kun je een paar lichaamsdelen benoemen? 

Slide 9 - Slide

Las partes del cuerpo
la oreja / las orejas
el cuello
la nariz
el ojo / los ojos
la boca

Slide 10 - Slide

El pelo Het haar
haarlengte
haarkleur

Slide 11 - Slide

Los ojos De ogen

el ojo azul


el ojo verde



el ojo marrón

los ojos azules


los ojos verdes



los ojos marrones

Slide 12 - Slide

El aspecto físico Het uiterlijk
Para describir el aspecto físico de las personas, necesitas el verbo 'tener'. Om het uiterlijk van mensen te beschrijven, heb je het werkwoord 'tener' nodig:

Tengo el pelo castaño Ik heb bruin haar 
Tienes los ojos verdes Jij hebt groene ogen
Laura tiene el pelo largo Laura heeft lang haar


LT p 26/27

Slide 13 - Slide

El aspecto físico Het uiterlijk
Ejercicio 2 (LT p 24).

Tengo los pies grandes / pequeños Ik heb grote / kleine voeten 
Tienes las piernas largas / cortas Jij hebt lange / korte benen

Net als bij de nationaliteiten, moet het bijvoeglijk naamwoord passen bij het lichaamsdeel (m/v/ev/mv)!



LT p 26/27

Slide 14 - Slide

Deberes Huiswerk
- maken en nakijken: LE p 20/21 ejs 4 y 6

- leren: blokje 'De lichaamsdelen' van de woordenlijst

Slide 15 - Slide

¡Hasta luego!

Slide 16 - Slide

                                 ¡HOLA! ¿QUÉ TAL?

Slide 17 - Slide

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...aprendo a describir el aspecto físico leer ik het
uiterlijk van iemand (of mezelf) te beschrijven

Slide 18 - Slide

El aspecto físico Het uiterlijk

Hoe noem je de lichaamsdelen die ik aanwijs in het Spaans?

Doe mee met de lichaamsdelen aerobic!

https://www.blinklearning.com/useruploads/r/a/117667956/rep1_tal_video_01.mp4

Slide 19 - Slide

El aspecto físico Het uiterlijk
Ejemplos Voorbeelden
Tengo el pelo castaño Ik heb bruin haar 
Tienes los ojos verdes Jij hebt groene ogen
Laura tiene el pelo largo Laura heeft lang haar
Tengo los pies grandes / pequeños Ik heb grote / kleine voeten
Tienes las piernas largas / cortas Jij hebt lange / korte benen



LT p 26/27

Slide 20 - Slide

El aspecto físico Het uiterlijk
Maak een mini-poster van jezelf.
Schrijf bovenaan je poster hoe je heet in een hele zin.

Maak een tekening van jezelf en schrijf daaronder drie zinnen waarin je jouw uiterlijk beschrijft. 
timer
15:00

Slide 21 - Slide

Raad wie ik ben!
De docent leest van een aantal posters voor wat erop staat zonder de naam van de leerlingen te noemen.
Raden jullie van wie de posters zijn?

Slide 22 - Slide

Deberes Huiswerk
- maken en nakijken: LE p 19 ej 1 y p 21 ej 7

- herhalen: blokje 'De lichaamsdelen' van de woordenlijst

Slide 23 - Slide

¡Hasta luego!

Slide 24 - Slide