Semana 50 - U1 Repaso verbos, repaso países, lenguas y nacionalidades, el aspecto físico

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...repaso los verbos herhaal ik de werkwoorden
2. ...repaso los países, las lenguas y las nacionalidades herhaal ik de landen, talen en nationaliteiten
3. ...aprendo a describir el aspecto físico leer ik het
uiterlijk van iemand te beschrijven

1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...repaso los verbos herhaal ik de werkwoorden
2. ...repaso los países, las lenguas y las nacionalidades herhaal ik de landen, talen en nationaliteiten
3. ...aprendo a describir el aspecto físico leer ik het
uiterlijk van iemand te beschrijven

Slide 1 - Slide

Pero, primero... Maar eerst...
control de los deberes huiswerkcontrole
LE p 7 ejs 1,2,3
LE p 8-9 ejs 4,5,6,7
LE p 8-11 ejs 4,5,6,11,12
LE p 13-15 ejs 1,2,4,5

Slide 2 - Slide

(los chicos, estudiar)

Slide 4 - Open question

(Pablo y yo, llamarse)

Slide 5 - Open question

(yo, tener)

Slide 6 - Open question

Tengo los ojos marrones (LT p 24)
1. Wat betekent 'Tengo los ojos marrones'?

2. Bekijk blz. 24. Kun je een paar lichaamsdelen benoemen? 

Slide 7 - Slide

Las partes del cuerpo
la oreja / las orejas
el cuello
la nariz
el ojo / los ojos
la boca

Slide 8 - Slide

El pelo Het haar
haarlengte
haarkleur

Slide 9 - Slide

Los ojos De ogen

el ojo azul


el ojo verde



el ojo marrón

los ojos azules


los ojos verdes



los ojos marrones

Slide 10 - Slide

El aspecto físico Het uiterlijk
Para describir el aspecto físico de las personas, necesitas el verbo 'tener'. Om het uiterlijk van mensen te beschrijven, heb je het werkwoord 'tener' nodig:

Tengo el pelo moreno Ik heb bruin haar 
Tienes los ojos verdes Jij hebt groene ogen
Laura tiene el pelo largo Laura heeft lang haar


LT p 26

Slide 11 - Slide

El aspecto físico Het uiterlijk
Ejercicio 2 (LT p 24).

Tengo los pies grandes / pequeños Ik heb grote / kleine voeten 
Tienes las piernas largas / cortas Jij hebt lange / korte benen

Net als bij de nationaliteiten, moet het bijvoeglijk naamwoord passen bij het lichaamsdeel (m/v/ev/mv)!



LT p 26

Slide 12 - Slide

Deberes Huiswerk
- maken en nakijken: LE p 19/20 ejs 1,4

- leren: blokje 'De lichaamsdelen' van de woordenlijst

Slide 13 - Slide

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...aprendo a describir el aspecto físico leer ik het
uiterlijk van iemand (of mezelf) te beschrijven

Slide 14 - Slide

El aspecto físico Het uiterlijk
1. Welk werkwoord heb je nodig voor het beschrijven van het uiterlijk?

2. Schrijf bovenaan je poster hoe je heet in een hele zin.

2. Maak een tekening van jezelf en schrijf daaronder drie zinnen waarin je jouw uiterlijk beschrijft.
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Raad wie ik ben!
- Vorm drietallen.
- Twee mensen kiezen een poster uit, de derde stelt vragen en raadt na minimaal 2 vragen de poster/persoon.
- Daarna wissel je van rol, dus nu moet iemand anders vragen stellen.
- Na vijf minuten spelen we een nieuwe ronde, met nieuwe posters!

Slide 16 - Slide

Deberes Huiswerk
- maken en nakijken: LE p 21 ejs 6,7

- herhalen: blokje 'De lichaamsdelen' van de woordenlijst

Slide 17 - Slide