8.3
1 / 21
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Ribben
Borstbeen
Middenrif
Wervelkolom
Longen
Slide 2 - Drag question
Als je inademt, gaan je ribben..
A
Omhoog
B
Omlaag
Slide 3 - Quiz
En worden je longen..
A
Groter
B
Kleiner
Slide 4 - Quiz
Het is beter om in te ademen via je
A
Mond
B
Neus
Slide 5 - Quiz
Wat kan je zeggen over dit plaatje?
A
CO2 komt je bloed in en O2 gaat eruit
B
O2 komt je bloed in en CO2 gaat eruit
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Waarvoor moeten de spieren veel bloed krijgen?
A
De spieren hebben glucose en koolstofdioxide uit het bloed nodig.
B
De spieren hebben glucose en zuurstof uit het bloed nodig.
C
De spieren hebben koolstofdioxide en zuurstof uit het bloed nodig.
Slide 11 - Quiz
Welke omschrijvingen horen bij bloedplasma en welke bij rode bloedcellen?
Bloedplasma
Rode bloedcellen
Kleuren het bloed rood
Vloeibaar
Vervoer van zuurstof
Vervoer van voedingsstoffen
Cellen
Lichtgeel van kleur
Slide 12 - Drag question
Wat is de belangrijkste taak van de Bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
Slide 13 - Quiz
Sleep naar doel : 1, 2, nr.4 en nr. 8
A
B
nr. 4
nr 8
rode bloedcellen
bloedplasma
vaste bestanddelen
water
Slide 14 - Drag question
Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine
Slide 15 - Quiz
Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren
Slide 16 - Quiz
Hebben bloedplaatjes een celkern?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quiz
Bloedplaatjes
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedstolling
Afweer
Zuurstof vervoeren
Hemoglobine
Antistoffen maken
Slide 18 - Drag question
nr 3
nr 5
nr 6
eiwitten
bloedplaatjes
bestaat vooral uit water
vaste bestanddelen
opgeloste stoffen
