REPASO/ herhaling

¿Qué vamos a hacer?

  • Los deberes
  • Bespreken SO's
  • ¡Vamos a repasar!
  • ¿Kahoot?
1 / 30
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¿Qué vamos a hacer?

  • Los deberes
  • Bespreken SO's
  • ¡Vamos a repasar!
  • ¿Kahoot?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Los deberes > un ejemplo:
➢ Begin met een begroeting.
➢ Stel jezelf voor.
➢ Zeg waar je vandaan komt.
➢ Vertel waar je woont.
➢ Vertel hoe oud je bent.
➢ Zeg ook wanneer je verjaardag is.
➢ Neem afscheid. 
Hola:

Soy Laura Musters. 
Soy de los Países Bajos. 
Vivo en Tilburgo. 
Tengo veintiséis años. 
Mi cumpleaños es el trece de marzo. 

¡Hasta luego!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Bespreken SO

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Beantwoord de vragen in het Nederlands

1. Wat is de nationaliteit van Julia? 
2. Hoe oud is Julia? 
3. Julia is arts. Waar of niet waar?
4. Welke talen leert Julia? 
5. Waar komt haar vriendin Anouk vandaan?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Las respuestas 

1. Wat is de nationaliteit van Julia? Spaans
2. Hoe oud is Julia? 20 / twintig 
3. Julia is arts. Waar of niet waar? Niet waar (ze studeert)
4. Welke talen leert Julia? Nederlands en Italiaans 
5. Waar komt haar vriendin Anouk vandaan? Uit Nederland 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Repaso:
los verbos
de werkwoorden

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Werkwoorden op -AR
  1. Maria _____ (caminar) en el parque. 
  2. Tú ______ (hablar) muy rápido. 
  3. Rocío y yo _______ (cocinar) paella. 
  4. Carmen y tú _______ (estudiar) español. 
  5. Yo ________ (nadar) en la piscina. 
  6. Ellos _________ (bailar) en la discoteca. 
  7. Juan y Carlos __________ (comprar) un coche. 
  8. Usted _________ (escuchar) música. 
Schrijf de antwoorden in je schrift!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Las respuestas
  1. Maria camina en el parque. 
  2. hablas muy rápido. 
  3. Rocío y yo cocinamos paella. 
  4. Carmen y tú estudiáis español
  5. Yo nado en la piscina. 
  6. Ellos bailan en la discoteca. 
  7. Juan y Carlos compran un coche. 
  8. Usted escucha música. 
Schrijf de antwoorden in je schrift!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Het werkwoord SER

  1. Pablo ________ (ser) un chico.
  2. Yo ________ (ser) holandés. 
  3. Paco y Lola _________ (ser) amigos. 
  4. Vosotros _________ (ser) muy amables. 
  5. Tú ____________ (ser) de Italia. 
  6. Marta y yo __________ (ser) familia.  
Schrijf de antwoorden in je schrift!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Las respuestas

  1. Pablo es un chico.
  2. Yo soy holandés.
  3. Paco y Lola son amigos. 
  4. Vosotros sois muy amables. 
  5. eres de Italia. 
  6. Marta y yo somos familia.  
Schrijf de antwoorden in je schrift!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Los artículos
de lidwoorden

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Los artículos
  • De, het, een zijn Nederlandse lidwoorden 

  • In het Spaans zijn er mannelijke en vrouwelijke lidwoorden 

  • In het Spaans zijn er lidwoorden voor enkelvoud en voor meervoud

  • Een bepaald lidwoord is: de / het 

  • Een onbepaald lidwoord is: een / een paar 

  • De Spaanse bepaalde lidwoorden (de/het) zijn: el, la, los, las.

  • De Spaanse onbepaalde lidwoorden (een/eenpaar) zijn: un, una, unos, unas

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Los artículos

Leer dit schema uit je hoofd. Je kan het tijdens de toets op je blaadje schrijven als geheugensteuntje!
De lidwoorden
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk 
enkelvoud
mannelijk
meervoud
vrouwelijk 
meervoud
Bepaald lidwoord
de / het 
el
la
los
las
Onbepaald lidwoord
een / een paar 
un
una
unos
unas

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden

_____ libro      Dit is een mannelijk woord enkelvoud (o) dus: EL
_____ libros    Nu staat hetzelfde woord in het meervoud (s): LOS
_____ casa      Dit is een vrouwelijk woord enkelvoud (a): LA
_____ casas    Nu staat het woord in het meervoud (s): LAS

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vul het juiste lidwoord in
Bepaald lidwoord                                      Onbepaald lidwoord
1. _______ alemán                                         5. ______ perro
2. _______ ciudad                                         6. ______ rotuladores
3. _______ libros                                            7. _______ pizarras
4. _______ chicas                                          8. _______ inglés

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vul het juiste lidwoord in
Bepaald lidwoord                                      Onbepaald lidwoord
1. el alemán                                                   5. un perro
2. la ciudad                                                    6. unos rotuladores
3. los libros                                                     7. unas pizarras
4. las chicas                                                   8. un inglés

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De ontkenning
1. Pablo es inteligente. 
2. Pepe y Juan trabajan mucho. 
3. Luisa y yo somos de Buenos Aires. 
4. Mi hermano canta en la ducha.
5. Raúl y tú hablan alemán. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De ontkenning - respuestas
1. Pablo no es inteligente. 
2. Pepe y Juan no trabajan mucho. 
3. Luisa y yo no somos de Buenos Aires. 
4. Mi hermano no canta en la ducha.
5. Raúl y tú no hablan alemán. 

NO KOMT ALTIJD VOOR HET WERKWOORD IN DE ZIN.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

1. Ga naar www.kahoot.it

2. De game pin krijg je van mij

3. Vul je eigen (Spaanse) naam in.

Slide 22 - Slide

https://create.kahoot.it/share/modulo-1/dd0e9db7-0f59-4700-848b-ff1fb1f82c88

Slide 23 - Slide

https://quizlet.com/nl/303690142/informatie-vragen-en-geven-flash-cards/
Vamos a escribir
Jullie gaan een Spaanse instagram post maken!

1. 
➢ Begin met een begroeting.
➢ Stel jezelf voor (naam).
➢ Zeg waar je vandaan komt (land/nationaliteit).
➢ Vertel waar je woont.
➢ Vertel hoe oud je bent.
➢ Vertel wat je telefoonnummer is (getallen voluit).
➢ Zeg ook wanneer je verjaardag is.
➢ Neem afscheid.  


2. Laat hier je creativiteit zien! 
Gebruik kleur/tekeningen...

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Instagram opdracht
1. Zorg dat alle onderwerpen in je Spaanse verhaal zitten.
Je mag hierbij je woordenlijst/module gebruiken. 

2. Maak je instagram post zo creatief mogelijk. Gebruik bijvoorbeeld leuke kleuren en maak een mooie tekening.

3. Lever je instagram post bij mij in! 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

ter voorbereiding op jullie eerste toetsweek!

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

TIPS UITWISSELEN
SPAANS LEREN!

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Dit vind ik lastig bij het
vak Spaans.

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Dit vind ik leuk/fijn
aan het vak Spaans

Slide 29 - Mind map

This item has no instructions

Succes met het leren voor de toetsen in de toetsweek!

Slide 30 - Slide

This item has no instructions