Week 49 4 TL Duits

Programm
Rückschau
Planung
Grammatik
Aufgaben
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programm
Rückschau
Planung
Grammatik
Aufgaben

Slide 1 - Slide

Rückschau

Slide 2 - Slide

Planung für heute
Grammatik 
           - zinsdelen en voorzetsels
Oefenen
           - opodr. 41, 42, 43
Nachslagen
           - opdr. 44

Slide 3 - Slide

Grammatik

Wat maakt het verschil in vorm (der, den, dem)?


Der Supermarkt ist hier um die Ecke

Besuchst du den Supermarkt oft?

Ich gehe oft zu dem Supermarkt.

Slide 4 - Slide

Grammatik

Om te bepalen welke vorm van het lidwoord je moet bepalen:


Voorzetsel     -> vaste voorzetsels 3e of 4e-> gebruik het blad

Werkwoord    -> vast werkwoord naamval?-> gebruik het blad

Ontleden         -> onderwerp-> lijdend vw-> meewerkend  vw

Slide 5 - Slide

Grammatik

Voorzetsels

Werkwoord

Ontleden


Ich bin mit d______ Lehrer(m) da gewesen

Ich nehme ein________ Apfelsaft(m)

Das Auto aus d_________ Richtung Deventer fuht zu schnell.



Slide 6 - Slide

Aufgaben

41-> blz. 65-> beschrijf de vorm

42-> blz. 66-> maak goede vorm-> 1e of 4e

43-> blz. 66/67-> markeer de voorzetsels-> vul de vorm in

44-> blz. 67-> zoek de juiste vertaling

Slide 7 - Slide

Programm
Rückschau
Planung
Grammatik
Aufgaben

Slide 8 - Slide

Rückschau

Slide 9 - Slide

Grammatik

Wat maakt het verschil in vorm (der, den, dem)?


Der Supermarkt ist hier um die Ecke

Besuchst du den Supermarkt oft?

Ich gehe oft zu dem Supermarkt.

Slide 10 - Slide

Grammatik

Om te bepalen welke vorm van het lidwoord je moet bepalen:


Voorzetsel     -> vaste voorzetsels 3e of 4e-> gebruik het blad

Werkwoord    -> vast werkwoord naamval?-> gebruik het blad

Ontleden         -> onderwerp-> lijdend vw-> meewerkend  vw

Slide 11 - Slide

Planung für heute
Grammatik 
           - präpositionen
Oefenen
           - opdr. 41, 42, 43
Präpositionen
           - werkbladen

Slide 12 - Slide

Präpositionen-> Voorzetsels

in de auto

op de auto

naast de auto

met de auto

zonder de auto

onder de auto

bij de auto

Zorgt in het Duits vaak voor verbuiging van het lidwoord-> naamval

Slide 13 - Slide

Voorzetsels

Voorzetsels 3e

- mit

- nach

- bei

- von

- seit

- zu

- aus


Voorzetsels 4e

- ohne

- durch

- für

- bis

- um

- gegen

Voorzetsels 3e of 4e

- an
- auf

- hinter

- neben

- zwischen

- vor

- über

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Aufgaben

41-> blz. 65-> beschrijf de vorm

42-> blz. 66-> maak goede vorm-> 1e of 4e

43-> blz. 66/67-> markeer de voorzetsels-> vul de vorm in

44-> blz. 67-> zoek de juiste vertaling


Werkbladen-> vul de voorzetsels in-> zoek eventueel op in je boek

Slide 16 - Slide