(1) je = pers.vnw, (wordt = kww) smaak = zn
(2) Dat = aanw.vnw, je = bez.vnw, goed = bw
(3) De = blw, andere = bn, in = vz
(4) zich = wed.vnw
(5) verliest = zww
(6) en = vgw, een = olw, veel = onbep.telw
(7) kauwvermogen = zn, kunnen = hww, komen = zww
(8) je = pers.vnw, van = vz, jongere = bn