Laat de student steeds zijn antwoord kort onderbouwen. Deze korte onderbouwing vind je helemaal aan het einde na vraag 10
1) Een bedlegerige bewoner leg je op zijn/haar zijde tijdens de mondreiniging. (ja)
2) Terminale zorg is gericht op comfort in de laatste levensfase.(ja)
3) Als er bij een bewoner met slikproblemen eten in de wangzakken blijft zitten dan moet je hem
stimuleren om dit door te slikken. (ja)
4) Als iemand tijdens het eten steeds een hoestreflex heeft, kan dit duiden op een droge mond.
(ja)
5) Mensen vanaf gemiddeld 50 jaar gaan trager slikken. (nee)
6) Verslikken kan een longontsteking veroorzaken. (ja)
7) Het slikproces bestaat uit 2 fasen. (nee)
8) Bewoners met de ziekte van Parkinson hebben veel speekseltoevoer. (nee)
9) Een slechte adem bij een terminale patiënt is alleen vervelend voor de patiënt. (nee)
10) Zodra iemand is overleden verwijder je meteen de prothese. (nee)
Antwoorden (geef steeds een kort antwoord)
1) Ja, zo voorkom je verslikking.
2) Ja, dit klopt.
3) Ja, het is belangrijk dat de bewoner zijn spieren en tong blijft gebruiken.
4) Ja, dit kan ook op verslikken duiden.
5) Nee, vanaf ongeveer 70 jaar.
6) Ja, daarom moet een ernstige verslikking altijd gemeld worden.
7) Nee, het slikproces bestaat uit 4 fasen.
8) Nee, niet meer speekseltoevoer maar veelal slikproblemen, houdingsproblemen (voorover
gebogen) en speekselverlies door verminderde mondsluiting (dit hoort bij het maskergelaat).
9) Nee, het is ook voor de naasten vervelend want kan de laatste herinnering beïnvloeden.
10) Nee, meteen terugplaatsen anders lukt het niet meer.