* Tijdens het lezen vormen zich plaatjes in je hoofd. Dan zie je het verhaal voor je. De plaatjes kunnen ook gaan over wat je hoort, voelt of ruikt. Dan gaat de tekst meer 'leven' voor je. De plaatjes zijn voor iedereen anders.
* Soms is het plaatje een schema, zoals een tijdlijn. Die maakt duidelijk in welke volgorde dingen gebeuren. Daardoor begrijp je de tekst beter.