This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
LESDOEL
Je leert dat een schrijver niet alles vertelt in de volgorde waarin het gebeurt.
(Tijdlijn Bas)
Slide 3 - Slide
Dit moet je weten
* Tijdens het lezen vormen zich plaatjes in je hoofd. Dan zie je het verhaal voor je. De plaatjes kunnen ook gaan over wat je hoort, voelt of ruikt. Dan gaat de tekst meer 'leven' voor je. De plaatjes zijn voor iedereen anders.
* Soms is het plaatje een schema, zoals een tijdlijn. Die maakt duidelijk in welke volgorde dingen gebeuren. Daardoor begrijp je de tekst beter.
Slide 4 - Slide
De tekst lezen (en modelen)
Leesvraag: onderstreep de zinnen die gaan over wat er DIE MIDDAG gebeurt.
Slide 5 - Slide
Er zijn drie soorten gebeurtenissen in het verhaal: • dingen die altijd gebeuren of altijd zo zijn • dingen die nu gebeuren • dingen die eerder zijn gebeurd
Welke zinnen gaan over dingen die altijd gebeuren of altijd zo zijn? Zet een streep en vul hier de regelnummers in.
Slide 6 - Open question
Welke zinnen gaan over dingen die eerder zijn gebeurd?
Slide 7 - Open question
Tekst
Oma wordt verliefd en gaat naar Nederlands
Opa en oma beginnen / hebben samen een kapsalon
Opa gaat dood
Romy wordt geboren
Emine komt bij oma werken
Mama spreekt met oma af dat Romy elke dag na school naar haar toe komt
Slide 8 - Drag question
3a
Slide 9 - Slide
Romy vindt haar oma niet zo aardig. Dat staat in de zin ‘Oma is nooit echt aardig, vind ik.’ (regel 53) Aan welke zinnen zie je dat oma niet zo aardig is?
Slide 10 - Open question
Romy is niet direct na school naar oma toe gegaan. Noem de twee zinnen waar je dat aan ziet.
Slide 11 - Open question
4a Welk plaatje heb je in je hoofd bij oma? Wat zie je en wat hoor je? Beschrijf het zo goed mogelijk. Denk aan de kleren, haren en de stem.
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Video
Klopt het beeld dat je had van oma met de oma in de film?