Taal Groep 4 Thema 2 les bijvoeglijke naamwoorden

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Ik wil groene schoenen kopen.
A
wil
B
schoenen
C
groene
D
kopen

Slide 3 - Quiz

De gouden ring ligt op straat.
A
ring
B
gouden
C
ligt
D
straat

Slide 4 - Quiz

Het lieve kind staat op de stoep.
A
kind
B
staat
C
op
D
lieve

Slide 5 - Quiz

Maak een goede zin.
Jantje
auto
een
rode
heeft

Slide 6 - Drag question

De jongen heeft een gele pet op.

Slide 7 - Open question

De hoge golven zijn erg gevaarlijk.
A
hoge
B
zijn
C
golven
D
gevaarlijk

Slide 8 - Quiz

Gisteren zag ik een harige hond op straat.

Slide 9 - Open question

De leuke klas had een vraag over één van de zinnen.
A
vraag
B
leuke
C
klas
D
zinnen

Slide 10 - Quiz

bijvoeglijke
naamwoorden

Slide 11 - Mind map

Ik denk niet dat de lange man de dief was.

Slide 12 - Open question

De aardige agent bood aan om mij naar huis te brengen.
A
agent
B
brengen
C
bood aan
D
aardige

Slide 13 - Quiz

De harde muziek klinkt niet mooi
A
muziek
B
harde
C
klinkt
D
mooi

Slide 14 - Quiz

Hij heeft een groot kunstwerk gemaakt.

Slide 15 - Open question

De moeder verzorgt de jonge kittens.
A
verzorgt
B
kittens
C
jonge
D
moeder

Slide 16 - Quiz

In de snoeppot zitten lekkere snoepjes.

Slide 17 - Open question

Het kind verstopt zich altijd achter de lange gordijnen.
A
kind
B
altijd
C
lange
D
achter

Slide 18 - Quiz