Werkwoordspelling les 3

Werkwoordspelling
Gebruik de stappen op de kaart
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling
Gebruik de stappen op de kaart

Slide 1 - Slide

Maartje ... haar nieuwe fiets.(verzekeren, t.t.)
A
verzeker
B
verzekert
C
verzekerdt
D
verzekerd

Slide 2 - Quiz

Onze vriendschap ... veel voor mij.
(betekenen, t.t.)
A
beteken
B
betekent
C
betekendt
D
betekend

Slide 3 - Quiz

De meester ... alles wat we uithalen.
(onthouden, t.t.)
A
onthoud
B
onthout
C
onthoudt
D
onthoud

Slide 4 - Quiz

Ik ... de vogel uit de klauwen van de kat. (bevrijden, t.t.)
A
bevrijd
B
bevrijt
C
bevrijdt
D
bevrijd

Slide 5 - Quiz

De storm ... de bomen.
(verwoesten, v.t.)
A
verwoeste
B
verwoestte
C
verwoesten
D
verwoestten

Slide 6 - Quiz

De diamanten ... aan haar vinger.
(schitteren, v.t.)
A
schitterte
B
schitterde
C
schitterten
D
schitterden

Slide 7 - Quiz

De fotograaf ... de pasfoto.
(vergroten, v.t.)
A
vergrote
B
vergrootte
C
vegroten
D
vergrootten

Slide 8 - Quiz

Voor het stadhuis stond een ... kerstboom. (vergroten)
A
vergrote
B
vergroote
C
vergroten
D
vergrootten

Slide 9 - Quiz

De felle zon heeft zijn huid ...
(verbranden)
A
verbrand
B
verbrandt
C
verbrant
D
verbraden

Slide 10 - Quiz

Men ... storm. Er werd storm ...
De ... storm. (verwachten)
A
verwachde, verwachd, verwachde
B
verwachte, verwacht, verwachte
C
verwachtten, verwacht, verwachtte
D
verwachtte, verwacht, verwachte

Slide 11 - Quiz

Studiemeter 3F
Oefen met werkwoordspelling en stel je vragen...

Slide 12 - Slide