vertaling bij, door, naar, tot, van, voor
Präpositionen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
This lesson contains 20 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Präpositionen
Slide 1 - Slide
Voorzetsels en betekenis: naar
Ich fahre nach Berlin.
Ich biege nach links ab.
Ich fragte nach deiner Schwester.
Ich fahre in die Schweiz.
Ich gehe in die Disko.
Wir gehen zu den Eltern.
Wir gehen zum Bahnhof.
Kan jij met behulp van deze zinnen de regel formuleren?
Slide 2 - Slide
Voorzetsels en betekenis: naar
Präpositionen
Ich fahre nach Berlin.
Ich biege nach links ab.
Ich fragte nach ... .
Ich fahre in die Schweiz.
Ich gehe in die Disko.
Wir gehen zu den Eltern.
Wir gehen zum Bahnhof.
voor steden en landen
voor 'links' en 'rechts'
naar zonder richting
landen met een lidwoord
naar(binnengaan)
bij personen
in alle overige gevallen
Slide 3 - Slide
Voorzetsels en betekenis: voor
Der Wagen steht vor dem Haus.
Ich kam vor meinem Bruder an.
Sie hat das für mich gemacht.
De Schnitzel ist für den Mann.
Ich habe das Haus für eine Woche gemietet.
Kan jij met behulp van deze zinnen de regel formuleren?
Slide 4 - Slide
Voorzetsels en betekenis: voor
Der Wagen steht vor dem Haus.
Ich kam vor meinem Bruder an
Sie hat das für mich gemacht.
De Schnitzel ist für den Mann.
Ich habe das Haus für eine Woche gemietet.
aanduiding van plaats of tijd
voor iets of iemand
voor een bepaalde periode
Slide 5 - Slide
Voorzetsels en betekenis: bij
Sie setzte sich zu mir.
Sie sitzt bei mir.
Ich bin bei dem Haus.
Kan jij met behulp van deze zinnen de regel formuleren?
Slide 6 - Slide
Voorzetsels en betekenis: bij
Sie sitzt bei mir
Ich bin bei dem Haus
In alle andere gevallen
Slide 7 - Slide
Voorzetsels en betekenis: door
Er wurde von der Polizei verhaftet.
Das Haus wurde von einem Sturm verwüstet.
Wir reisen durch das Land
Kan jij met behulp van deze zinnen de regel formuleren?
Slide 8 - Slide
Voorzetsels en betekenis: door
Er wurde von der Polizei verhaftet.
Das Haus wurde von einem Sturm verwüstet.
Wir reisen durch das Land.
lijdende zin: iemand/iets doet iets
in alle andere gevallen
Slide 9 - Slide
Voorzetsels en betekenis: tot
Fahren Sie bis zu der Kreuzung
Ich bleibe hier bis zum 31. Mai
Bis Morgen
Bis nächste Woche
Kan jij met behulp van deze zinnen de regel formuleren?
Slide 10 - Slide
Voorzetsels en betekenis: tot
Fahren Sie bis zu der Kreuzung
Ich bleibe hier bis zum 31. Mai
Bis Morgen
Bis nächste Woche
als een woord uit der-/ein-groep volgt
in alle andere gevallen
Slide 11 - Slide
Voorzetsels en betekenis: op
An Tagen wie diesen
Am Dienstag
Am 31. Mai
Ich stelle die Teller auf den Tisch
Die Teller stehen auf dem Tisch
Kan jij met behulp van deze zinnen de regel formuleren?
Slide 12 - Slide
Voorzetsels en betekenis: op
An Tagen wie diesen
Am Dienstag
Am 31. Mai
Ich stelle die Teller auf den Tisch
Die Teller stehen auf dem Tisch
bij dagen
in de overige gevallen
Slide 13 - Slide
Voorzetsels en betekenis: over
In einem Monat ist alles vorbei
In drei Stunden ich wieder da
Was sagt er über mich?
Der Boeing fliegt über das Meer
Kan jij met behulp van deze zinnen de regel formuleren?
Slide 14 - Slide
Voorzetsels en betekenis: over
In einem Monat ist alles vorbei
In drei Stunden ich wieder da
Was sagt er über mich?
Der Boeing fliegt über das Meer
bij tijdsbepalingen
in de overige gevallen
Slide 15 - Slide
Voorzetsels en betekenis: langs
Wir fuhren an der Schule vorbei
Kan jij met behulp van deze zinnen de regel formuleren?
Slide 16 - Slide
Voorzetsels en betekenis: langs
Wir fuhren an der Schule vorbei
in de betekenis van passeren
Slide 17 - Slide
Aufgaben
Diese Woche:
Schritt 13 Aufgabe 6 vorbereiten
- nächste Woche Vortrag über...
Vortag = spreekbeurt
