11-06 Paragraaf 3. Procentuele groei

Welkom bij wiskunde
Pak alvast je spullen.
(Boek, Schrift, Pen, Rekenmachine)
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij wiskunde
Pak alvast je spullen.
(Boek, Schrift, Pen, Rekenmachine)

Slide 1 - Slide

Leerlingen thuis
Je kijkt/luistert mee met de uitleg.

Bij de dia ''zelfstandig werken'' ga je zelfstandig aan de slag en mag je uit de vergadering.

Slide 2 - Slide

Programma & Lesdoelen
- Uitleg Paragraaf 3
- Zelfstandig werken
(Leerlingen thuis mogen op dit
punt de vergadering uit.)
- Afsluiting
Lesdoelen:
- Leren hoe je bij absolute groei een groeipercentage berekent.
- Leren hoe je met een groeipercentage de groeifactor berekent.

Slide 3 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je hebt 1000 euro op een spaarrekening gezet. Het volgende jaar staat er 1030 euro op.
Hoeveel procent rente heb je in dat jaar gekregen?

Slide 4 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je hebt 1000 euro op een spaarrekening gezet. Het volgende jaar staat er 1030 euro op.
Hoeveel procent rente heb je in dat jaar gekregen?

Je kan dit misschien al berekenen met behulp van verhoudingstabellen. Dat is alleen wel redelijk veel werk.

Slide 5 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je hebt 1000 euro op een spaarrekening gezet. Het volgende jaar staat er 1030 euro op.
Hoeveel procent rente heb je in dat jaar gekregen?

Je kan dit misschien al berekenen met behulp van verhoudingstabellen. Dat is alleen wel redelijk veel werk.
Absolute groei = 1030-1000= 30 euro. Hoeveel % is dat?

Slide 6 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je hebt 1000 euro op een spaarrekening gezet. Het volgende jaar staat er 1030 euro op.
Hoeveel procent rente heb je in dat jaar gekregen?


%
100
euro
1000
30

Slide 7 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je hebt 1000 euro op een spaarrekening gezet. Het volgende jaar staat er 1030 euro op.
Hoeveel procent rente heb je in dat jaar gekregen?


%
100
euro
1000
1
30

Slide 8 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je hebt 1000 euro op een spaarrekening gezet. Het volgende jaar staat er 1030 euro op.
Hoeveel procent rente heb je in dat jaar gekregen?


%
100
0,1
euro
1000
1
30

Slide 9 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je hebt 1000 euro op een spaarrekening gezet. Het volgende jaar staat er 1030 euro op.
Hoeveel procent rente heb je in dat jaar gekregen?


%
100
0,1
3
euro
1000
1
30

Slide 10 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je hebt 1000 euro op een spaarrekening gezet. Het volgende jaar staat er 1030 euro op.
Hoeveel procent rente heb je in dat jaar gekregen?



De procentuele groei is dus 3 procent.


%
100
0,1
3
euro
1000
1
30

Slide 11 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je hebt 1000 euro op een spaarrekening gezet. Het volgende jaar staat er 1030 euro op.
Hoeveel procent rente heb je in dat jaar gekregen?
(Net gedaan met verhoudingstabel, maar het kan ook zo:).
groeipercentage=oudnieuwoud100

Slide 12 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je hebt 1000 euro op een spaarrekening gezet. Het volgende jaar staat er 1030 euro op.
Hoeveel procent rente heb je in dat jaar gekregen?
(Net gedaan met verhoudingstabel, maar het kan ook zo:)
                                                                        %
Nieuw - oud = absolute toename. Dat gedeeld door oud, geeft het deel van 100%. Dat keer 100% geeft het groeipercentage.
groeipercentage=oudnieuwoud100

Slide 13 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je zet geld op een spaarrekening en krijgt per maand 2% rente. Wat is de groeifactor per maand?

Slide 14 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je zet geld op een spaarrekening en krijgt per maand 2% rente. Wat is de groeifactor per maand?
Beginbedrag = 100%

Slide 15 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je zet geld op een spaarrekening en krijgt per maand 2% rente. Wat is de groeifactor per maand?
Beginbedrag = 100%, na 1 maand is er 2% rente bijgekomen. Dan heb je dus 102%.

Slide 16 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je zet geld op een spaarrekening en krijgt per maand 2% rente. Wat is de groeifactor per maand?
Beginbedrag = 100%, na 1 maand is er 2% rente bijgekomen. Dan heb je dus 102%. De factor van 100 -> 102 berekenen:
100102=1,02

Slide 17 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je zet geld op een spaarrekening en krijgt per maand 2% rente. Wat is de groeifactor per maand?
Beginbedrag = 100%, na 1 maand is er 2% rente bijgekomen. Dan heb je dus 102%. De factor van 100 -> 102 berekenen:


De groeifactor is dus 1,02.
100102=1,02

Slide 18 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Je zet geld op een spaarrekening en krijgt per maand 2% rente. Wat is de groeifactor per maand?
Beginbedrag = 100%, na 1 maand is er 2% rente bijgekomen. Dan heb je dus 102%. De factor van 100 -> 102 berekenen:


De groeifactor is dus 1,02. Algemeen: 
100102=1,02

Slide 19 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Een hoeveelheid groeit in 1 tijdseenheid van 160 naar 200. Wat is de groeifactor en wat is het groeipercentage?

Slide 20 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Een hoeveelheid groeit in 1 tijdseenheid van 160 naar 200. Wat is de groeifactor en wat is het groeipercentage?
Groeifactor 
=oudnieuw

Slide 21 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Een hoeveelheid groeit in 1 tijdseenheid van 160 naar 200. Wat is de groeifactor en wat is het groeipercentage?
Groeifactor 
=oudnieuw=160200=1,25

Slide 22 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Een hoeveelheid groeit in 1 tijdseenheid van 160 naar 200. Wat is de groeifactor en wat is het groeipercentage?
Groeifactor 

Je kan nu van deze groeifactor een percentage maken door te vermenigvuldigen met 100%
=oudnieuw=160200=1,25

Slide 23 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Een hoeveelheid groeit in 1 tijdseenheid van 160 naar 200. Wat is de groeifactor en wat is het groeipercentage?
Groeifactor 

Je kan nu van deze groeifactor een percentage maken door te vermenigvuldigen met 100%, dan heb je 125%.
=oudnieuw=160200=1,25

Slide 24 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Een hoeveelheid groeit in 1 tijdseenheid van 160 naar 200. Wat is de groeifactor en wat is het groeipercentage?
Groeifactor 

Je kan nu van deze groeifactor een percentage maken door te vermenigvuldigen met 100%, dan heb je 125%. Het groeipercentage is nu de 25% die het meer is dan 100%.
=oudnieuw=160200=1,25

Slide 25 - Slide

Uitleg §3: Groeipercentage
Het belangrijkste is dat je steeds weet wat 100% is.
(of het ''oude'' aantal)




Slide 26 - Slide

Zelfstandig Werken
4e uur: Maak §3 opgaven
1, 2, 3, 5, 7ab, 9, 10, 11

5e uur: Maak §3 opgaven
12, 13, 14, 15ab, 19

(Leerlingen thuis mogen uit de vergadering.)

Slide 27 - Slide

Afsluiting
- Vragen?


Fijn weekend!

Slide 28 - Slide