Lezen les 3

Welkom en fijn dat je er bent!
BOEKPRESENTATIES

  • PLENDA zorg zelf dat je het invult 
  • Huiswerk bespreken H3 Lezen => teams
  • Instructie en 0pdrachten maken
  • Evaluatie les
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom en fijn dat je er bent!
BOEKPRESENTATIES

  • PLENDA zorg zelf dat je het invult 
  • Huiswerk bespreken H3 Lezen => teams
  • Instructie en 0pdrachten maken
  • Evaluatie les

Slide 1 - Slide

Na deze les kan ik:

- tenminste 2 verschillende soorten tekstverbanden met 
   bijbehorende signaalwoorden opnoemen.

- het verschil uitleggen tussen het onderwerp en de 
   hoofdgedachte van een tekst,

Slide 2 - Slide

PLENDA - HUISWERK - MAKEN

Hoofdstuk 3
blz. 66-67
 
Opdracht 2 + 4  + zoek onbekende woorden op!
Niet opdracht 2.1

Slide 3 - Slide

Tekstverbanden  
 
   ==> wat heeft het met elkaar te maken?
   ==> wat zegt het één over het ander?

- zoek woorden op als je ze niet kent!
blz. 64

Slide 4 - Slide

Huiswerk bespreken

Opdracht 1

heb je nog vragen?

Slide 5 - Slide

Onderwerp =

Over wie of wat gaat de hele tekst?

In slechts een paar woorden omschreven.

Tekst
schrijf in je schrift

Slide 6 - Slide

Hoofdgedachte

1. Is de hoofdgedachte van een tekst hetzelfde als het 
    onderwerp van een tekst?

2. Wat is de hoofdgedachte en waar kunnen we deze vinden?


Slide 7 - Slide

Hoofdgedachte =

Het belangrijkste dat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Je vindt deze vaak in de inleiding/slot. 

Het is de kortste samenvatting van een tekst  ==> in één zin.


schrijf in je schrift

Slide 8 - Slide

Tekstbegrip - hoofdgedachte
Tekst 3 blz. 66

Maak nu samen met je buur opdracht 3
KLAAR?  begin aan opdracht 4

Slide 9 - Slide

Na deze les kan ik:

- tenminste 2 verschillende soorten tekstverbanden met 
   bijbehorende signaalwoorden opnoemen.

- het verschil uitleggen tussen het onderwerp en de 
   hoofdgedachte van een tekst,

Slide 10 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
1. ...........................    ...........   ...........   ...........   ...........
2. ..........................    ...........   ...........   ...........   ...........

Slide 11 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
1. opsomming        toen, verder, ten tweede, ook
2. tegenstelling     maar, toch, echter, hoewel
3. reden                     want, omdat, dus, doordat
4. voorwaarde        als, tenzij, mits
5. tijd                          eerst, voordat, daarna

Slide 12 - Slide

Onderwerp - Hoofdgedachte

ONDERWERP =
Over wie of wat gaat de tekst
In een paar woorden omschreven.

HOOFDGEDACHTE =
Het belangrijkste dat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?
Je vindt deze vaak in de inleiding/slot. 
Het is de kortste samenvatting van een tekst  ==> in één zin.


Slide 13 - Slide

Evaluatie

  • Wat ging er goed?

  • Wat kan beter?

Slide 14 - Slide