3H/T - 1.1 Willem I

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

1.1 - 3H/T

Koning Willem I

woorden bij 1.1     Willem I

vorst - benoemen - grondwet - grondgebied  

constitutie - eenheidsstaat - monarchie  

financien - absolute macht - staatskas  

volksvertegenwoordigers - privileges - gecentraliseerd industrialisatie - onafhankelijkheidsstrijd

www.entoen.nu

Koning Willem I

Zoon van de gevluchte stadhouder Willem V (1795)

'Vaderlijk' bewind: hij bepaalde vrijwel alles

'Besluitenkoning'

1813: Monarchie

• Napoleon verslagen bij Waterloo

• Nederland geen Republiek meer maar land met een koning
  

• Zoon van prins Willem V wordt koning Willem I

Welke gebeurtenis wordt hier afgebeeld?

De aankomst van koning Willem I in Scheveningen (1813)

Nederland

Koning Willem I werd koning over een groot koninkrijk (NL-BEL-LUX). Maar Nederland stond er in 1815 niet goed voor. Een groot deel van de mensen leefde in diepe armoede. Economisch liep Nederland achter. Er waren nog geen fabrieken. Willem I wilde de economie nieuw leven inblazen.

grondwet 1815

1. Macht koning (Willem I) bleef zeer groot:

- kon ministers benoemen en ontslaan

-ministers moesten aan hem verantwoording afleggen

- kon begrotingen indienen voor een periode van 10 jaar

- Koninklijke Besluiten (geen goedkeuring parlement nodig)

2. Macht 1e kamer (koning benoemd)en 2e Kamer (getrapt gekozen) erg klein.

Belgische Revolutie

1830

Tijdens de viering van de verjaardag van koning Willem I in Brussel, 

slaat de vlam in de pan en komt het volk in opstand.

Ruim een maand later roepen de Belgen hun onafhankelijkheid uit

België onafhankelijk

• de koning negeerde de klachten van de Belgen dus rellen
• de Belgen riepen de zelfstandigheid uit
• de koning stuurde troepen soldaten (geweld)

In Londen werd door een aantal Europese landen besloten dat België onafhankelijk mocht worden en dat Willem I zijn troepen terugmoest trekken --> zo niet dan: aanvallen

In 1839 werd België een onafhankelijk koninkrijk

Nederland industrialiseert ...

• Vanaf 1870 steeds meer fabrieken

• Liberalen aan de macht =>zo min mogelijk overheidsbemoeienis =>  meer economische vrijheid

• Koning Willem I wilde van Nederland een modern land maken met goede infrastructuur en industrie

• Meer dan genoeg arbeidskrachten 

Kanalen en spoorlijnen

1. Nederland lag dan misschien achter, maar het lag niet helemaal stil.
2. Koning Willem I stimuleerde de aanleg van straat, wegen, kanalen en spoorwegen. De ´kanalenkoning´
3. In 1839 reed de eerste stoomtrein van Amsterdam naar Haarlem.

Zelfstandig aan de slag! 

Lezen blz. 6 t/m 12 HB (oriëntatie + 1.1)

1.1 maken helemaal.