taal les 4 woorden

taal les 4 woorden
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

taal les 4 woorden

Slide 1 - Slide

de opgave
A
moeilijke taak; iets lastigs wat je moet doen
B
bewonderaar; vereerder
C
het gevoel minder waard te zijn

Slide 2 - Quiz

evenmin
A
gelijkmatig en rustig
B
met veel aandacht en heel precies
C
ook niet

Slide 3 - Quiz

het heden
A
de meeste
B
moment van nu
C
er zijn; veel voorkomen

Slide 4 - Quiz

grondig
A
diepgaand; door en door
B
zonder te aarzelen
C
in bezit nemen

Slide 5 - Quiz

het merendeel
A
gevoel van ontroering
B
heel erg nieuw
C
de meeste

Slide 6 - Quiz

herhaaldelijk
A
meerdere keren
B
heel erg nieuw
C
gelijkmatig en rustig

Slide 7 - Quiz

ofschoon
A
wedstrijd wie het sterkste is
B
hoewel
C
gelijktijdig

Slide 8 - Quiz

het gebruik
A
zeggen dat het klopt of. dat je het ermee eens bent
B
overal vandaan
C
keer dat je iets gebruikt

Slide 9 - Quiz

heersen
A
twijfelen
B
weten van
C
er zijn; veel voorkomen

Slide 10 - Quiz

gepaard gaan met
A
wie bij een bepaalde familie hoort
B
samen gaan met
C
een serie of reeks

Slide 11 - Quiz