TV3A week 23

Nederlands
4 juni
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
4 juni

Slide 1 - Slide

Programma
- Huiswerk: wat heb je tot nu toe gedaan?
- Wat gaan we de komende drie weken nog doen?
- Korte samenvatting L1-5

- Laatste oefening L5 (samenvatten)
- Tijd om bij te werken tot en met L5 + samenvatting

Slide 2 - Slide

Huiswerk
Opdrachten van L5 afmaken en samenvatting L1-6.

Toetsweek: leestoets (telt 2 keer mee) L1-6
Tot de toetsweek: opdracht fictie voor een cijfer (telt 1 keer mee)


Slide 3 - Slide

Samenvatting L1-5
Verbindingsmanieren: Uitspraak-conclusie, Uitspraak-samenvatting, Uitspraak-voorwaarde
Functies van tekstgedeelten: bewijs, constatering, gevolgen, nuancering, ontkenning, oorzaak, opsomming, theorie, toelichting, advies, afweging, argument, argumentatie, bewering, conclusie, oplossing, probleemstelling, tegenwerping, weerlegging.



Slide 4 - Slide

Samenvatting L1-5
Tekststructuren: bewering-en-argumentstructuur, probleem-en-oplossingstructuur, voordelen-en-nadelenstructuur, verschijnsel-en-verklaringstructuur, verschijnsel-en-besprekingstructuur
Tekstvorm: column
Drogredenen: verkeerde (valse) vergelijking, onjuiste oorzaak-gevolgrelatie, cirkelredenering, ontduiken bewijslast, traditie

Slide 5 - Slide

Samenvatting L1-5
Soorten argumenten: feitelijk argument, ervaringsargument, gezagsargument, nut of (on)gewenst gevolg, veronderstelling/vermoeden, vergelijkingsargument, emotioneel argument, moreel argument
Argumentatieschema's: enkelvoudig, nevenschikkend, onderschikkend, combinatie nevenschikkend en onderschikkende argumentatie

Slide 6 - Slide

Opdracht samenvatten
We lezen eerst de tekst samen bij L5 opdracht 6
Vraag: Afhankelijk van het publiek kun je voor deze tekst twee hoofdgedachtes formuleren.
a. Formuleer de hoofdgedachte van de tekst voor reclamemakers.
b. Formuleer de hoofdgedachte van de tekst voor consumenten.

Slide 7 - Slide

Opdracht (10 minuten)
a. Vat de hoofdzaken van de tekst samen voor een reclamebureau.
b. Vat de hoofdzaken van de tekst samen voor de consument.

Zorg ervoor dat in beide samenvattingen:
de hoofdgedachte duidelijk naar voren komt;
de tekst begrijpelijk is;
de tekst maximaal 150 woorden telt.

Slide 8 - Slide

Opdracht (5 minuten)
Kijk de samenvattingen van degene naast je na.

Zijn de hoofdgedachtes op de doelgroep toegespitst? 
Zijn de teksten begrijpelijk?
Worden alleen de hoofdzaken verteld?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Opdracht (20 minuten)
Maak opdracht 1 van lezen blok 6. 

We gaan deze antwoorden donderdag bespreken.

Klaar? Maak je samenvatting L1-5 af.

Slide 11 - Slide

Fictie-opdracht (telt 1 keer mee)
Zoek van een singer-songwriter een Nederlandstalige liedtekst die je mooi vindt. Neem de tekst over.
Leg in een verslag van 500 woorden, met voorbeelden uit de tekst, uit hoe minimaal vier van de volgende dingen verwerkt zijn:
a. couplet en refrein
b. rijmschema(‘s)
c. rijmsoorten
d. beeldspraak en de betekenis daarvan
e. stijlfiguren zoals overdrijving, ironie of sarcasme
f. een thema en motieven
g. een moraal, een gevoel of een gedachte

3.

Bewaar de tekst en het verslag in je fictiedossier.

Slide 12 - Slide

Nederlands
6 juni

Slide 13 - Slide

Programma
Lesdoel: je kunt een oefentoets maken in een groepje over lezen blok 1 tot en met 5.

- Belangrijkste begrippen bespreken
- Oefentoets maken in een groepje
- Antwoorden opstellen bij de vragen

Slide 14 - Slide

Samenvatting L1-5
- Verbindingsmanieren: Uitspraak-conclusie, Uitspraak-samenvatting, Uitspraak-voorwaarde
- Functies van tekstgedeelten: bewijs, constatering, gevolgen, nuancering, ontkenning, oorzaak, opsomming, theorie, toelichting, advies, afweging, argument, argumentatie, bewering, conclusie, oplossing, probleemstelling, tegenwerping, weerlegging.



Slide 15 - Slide

Samenvatting L1-5
- Tekststructuren: bewering-en-argumentstructuur, probleem-en-oplossingstructuur, voordelen-en-nadelenstructuur, verschijnsel-en-verklaringstructuur, verschijnsel-en-besprekingstructuur
- Tekstvorm: column
- Drogredenen: verkeerde (valse) vergelijking, onjuiste oorzaak-gevolgrelatie, cirkelredenering, ontduiken bewijslast, traditie

Slide 16 - Slide

Samenvatting L1-5
- Soorten argumenten: feitelijk argument, ervaringsargument, gezagsargument, nut of (on)gewenst gevolg, veronderstelling/vermoeden, vergelijkingsargument, emotioneel argument, moreel argument
- Argumentatieschema's: enkelvoudig, nevenschikkend, onderschikkend, combinatie nevenschikkend en onderschikkende argumentatie

Slide 17 - Slide

Opdracht (20 minuten)
Per groep maakt iedereen vijf toetsvragen bij het aangewezen blok bij de tekst op classroom.

Nummer 1 over blok 1, nummer 2 over blok 2, etc.
Per groep komt er dus een oefentoets over alle blokken.

Geef ook aan op welke theorie je de vragen baseert.

Slide 18 - Slide

Opdracht (10 minuten)
Maak per groep de antwoorden bij de vragen. 

Geef ook aan hoeveel punten je voor de vragen kunt verdienen.

Slide 19 - Slide