Gesprekstechnieken les 4 Gespreksstructuur en Ezelsbruggetjes
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1
This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Functie van gesprekstechnieken
Als hulpmiddel om de communicatie te verbeteren
Als hulpmiddel om miscommunicatie te voorkomen
Als hulpmiddel het doel van het gesprek te behalen
Als reminder wat wel en niet te doen of te zeggen
Slide 9 - Slide
Gesprekstechnieken
Slide 10 - Slide
Ezelsbruggetjes
Laat OMA VAAK thuis en neem ANNA mee.
Wees een OEN, gebruik LSD en NIVEA.
Maak je niet DIK en raak de KLUTS niet Kwijt.
Waar is de HELD?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Gesprekstechnieken ezelsbruggetjes
Als je in gesprek bent met anderen kun je een ezelsbruggetje toepassen. Een ezelsbruggetje is een handigheidje om iets beter te onthouden. Er zijn verschillende ezelsbruggetjes. Natuurlijk pas je ze niet altijd allemaal tegelijk toe. Maak een keuze en oefen ermee. Als je een ezelsbruggetje toepast, helpt dit je bij het voeren van een goed gesprek.
Slide 14 - Slide
10 gesprekstechnieken
Slide 15 - Slide
Alle technieken op een rij
OEN: Open, Eerlijk en Nieuwsgierig
KLUTS: Kijken, Luisteren, (Uit)vragen, Toetsen en Samenvatten
LSD: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen
VAAK: Verwachtingen, Afspraken, Aanspreken en Kalibreren
OMA: Oordelen, meningen, aannames
HELD: Herkennen, Erkennen, Loslaten Doorgaan
ANNA: Altijd Navragen, Nooit Aannemen
DIK: Denk in Kwaliteiten of Kansen
NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander
KOE: Kaken Op Elkaar
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Welke gesprekstechnieken kun je herkennen in het volgende gesprek?