Ned_3g_Week2_les1

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Je microfoon mag uitgezet worden.

Slide 2 - Slide

Zorg dat jij je aanmeldt via LessonUp met je eigen voornaam. 
Werk je samen (mobiel leeg etc?), log in met twee voornamen!
Dit is voor de registratie in magister.

Slide 3 - Slide


Afspraken tijdens de les
Huiswerk inleveren
Toetsen

Invulopdracht (zelfstandig online)
Evalueren les
Vooruitblik
Zelfstandig aan de slag



Slide 4 - Slide

Microfoon uit tijdens een les online

Graag mobiel mee (met oortjes in)

Materiaal: methodeboek Nieuw Nederlands, (leesboek), schrift en pen

Afwezigheid of te laat noteren in magister

Individueel aan de slag in de mediatheek




Slide 5 - Slide

Ga naar teams-opdrachten en lever de opdracht in.

Slide 6 - Slide

Ga naar teams-opdrachten en lever de opdracht in.
NIET via de chat/mail inleveren SVP, dit reken ik niet mee als huiswerkcontrole.

Slide 7 - Slide

Toetsen
  • Lezen   (week 8)             
  • Woordenschat, spelling (week 4)
  • Schrijfopdracht ??
  • Boekverslag (week 6)      
  • Praktijkopdracht (week 6, 7)

Docenten Nederlands bespreken as week welke toetsen jullie in P1 gaan maken.

Slide 8 - Slide

Toetsen
Lezen, weging 2x
Hoofdstuk 1 + 2, blz 12-19 en blz 44-51

Woordenschat en spelling, weging 2x
Hoofdstuk 1 + 2
Woordenschat, blz 26-29 en blz 58-61
Spelling, blz. 36-39 en blz. 68-71

Opdracht Boekverslag. voldoende noodzakelijk
(fictiedossier) 



Slide 9 - Slide

Toetsen
Opdracht Schrijven weging 1x
(schrijfdossier) Creatief schrijven opdracht 7, blz 209

Praktijkopdracht weging 1x
Dit gaat me te ver 1 Vaardigheden:
Schrijven volgens een vaste stuctuur, blz. 52-53
Schrijven van betoog blz 114-115
Formuleren, blz. 34, 66, 98
Spelling, Herhaling ww-vormen blz 38-39 opdracht 9, 10, 11, 12
Spelling, lastige ww-vormen blz 71 opdracht 8, 9 en 10

Slide 10 - Slide

Herhaling, herhaling, herhaling...
Onderwerp zoeken van een tekst.

Je leest de tekst oriënterend. 

Door naar de titel te kijken, tussenkopjes, plaatjes en de eerste of laatste zin (bij een korte tekst) of de eerste of laatste alinea (bij een lange tekst) kom je achter het onderwerp van de tekst.


Slide 11 - Slide

Blz 12, tekst 1 (folder, pesten op school)

Slide 12 - Slide

Wat is het onderwerp van dit onderdeel?

Slide 13 - Open question

Antwoord
1 (wet- en regelgeving rondom) pesten op school

Titel
Tussenkopjes
Plaatje
Eerste alinea

Slide 14 - Slide

Welke info zul je in de rest van de folder vinden?
A
argumenten bij de stelling
B
opsomming van de verschillende aspecten van het onderwerp
C
opsoming van de voordelen en nadelen
D
verklaring voor het verschijnsel

Slide 15 - Quiz

Antwoord
1 (wet- en regelgeving rondom) pesten op school

Diverse aspecten komen naar voren in de tussenkopjes/deeltitels 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Kijk mee naar tekst 2, blz 14

Slide 18 - Slide

Leesstrategie toepassen
Oriënterend
Globaal
Precies
Zoekend

Slide 19 - Slide

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Je leest de tekst oriënterend.

Slide 20 - Open question

Antwoord
  1. eigen celsleutels voor gevangenen

Titel 
Plaatje
Eerste alinea

Slide 21 - Slide

2. Uit welke alinea's bestaat de inleiding? Licht je antwoord toe.
timer
2:00

Slide 22 - Open question

Antwoord
2 De inleiding bestaat uit alinea 1, omdat hier het onderwerp wordt geïntroduceerd en een vraag wordt gesteld die in de rest van de tekst wordt beantwoord.

Slide 23 - Slide

3. Welke structuur heeft deze tekst?
Lees de tekst globaal. Je leest de inleiding en het slot
en alle 1e en laatste zinnen van een alinea om achter
de hoofdzaken te komen.



timer
2:00

Slide 24 - Open question

Antwoord
  1. Deze tekst heeft een voor- en nadelenstructuur.
Voordelen sleutel
Nadelen sleutel

Slide 25 - Slide

7. Wat is de functie van de volgende zin:
'Wel dient er nog grondig onderzoek te worden gedaan t/m werken' (alinea 10) (penitentiare instelling = gevangenis)

Slide 26 - Open question

Antwoord
De functie van deze zin is het doen van een aanbeveling 

Ook goed: er wordt een voorwaarde geformuleerd (onderzoek doen alvorens invoeren eigen sleutel))

Slide 27 - Slide

8. Met welk doel is de tekst vooral geschreven?
A
activeren
B
amuseren
C
informeren
D
overtuigen

Slide 28 - Quiz

Antwoord
Activeren: folder, reclameblad
Amuseren: leesboek, fictie etc
Informeren: krantenbericht (Brabants dagblad), informatief
Overtuigen: betoog

Slide 29 - Slide

Je gaat zelf aan de slag 
start met opdracht 1, maak vraag 4, 5 en 6

Klaar? Maak het volgende:
Blz 14, 15
Opdracht 2 (alle vragen)


Ben je klaar?
Maak een foto van jouw gemaakte werk en lever de foto in bij: teams - opdrachten- week 2

Al weer klaar? Top!
Ga naar opdracht 3 (verrijking). 

Succes!

Slide 30 - Slide

Hoe ging de invulopdracht?
Hoe ging het zelfstandig werken?
Wat ging goed?
Kan er de volgende keer iets beter?

Slide 31 - Slide

Wat gaan we de komende week doen?
Leesvaardigheid, poëzie en spelling


Wat moet de aankomende week mee? 
Methodeboek, schrift, pen, leesboek (lezen voor de lijst) en je mobiele telefoon
(tenzij je in de mediatheek achter een computer zit), svp je oortjes




Slide 32 - Slide

Je gaat zelf aan de slag 
start met opdracht 1, maak vraag 4, 5 en 6

Klaar? Maak het volgende:
Blz 14, 15
Opdracht 2 (alle vragen)


Ben je klaar?
Maak een foto van jouw gemaakte werk en lever de foto in bij: teams - opdrachten- week 2

Al weer klaar? Top!
Ga naar opdracht 3 (verrijking). 

Succes!

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide