3m wk 12 leesvaardigheid/werkwoordspelling bij tekst Niet gebeld is niet gesolliciteerd

3 mavo
LEESVAARDIGHEID
WERWOORDSPELLING
(dus.... proefwerkweekstof)
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3 mavo
LEESVAARDIGHEID
WERWOORDSPELLING
(dus.... proefwerkweekstof)

Slide 1 - Slide

3 mavo
raadsel van vorige les:

'voorloper van de piano ingesmeerd met hete saus' 

Slide 2 - Slide

LEERDOELEN VAN VANDAAG:



  1. Je kunt in een tekst hoofdzaken van bijzaken scheiden
  2. je kent de belangrijkste tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden
  3. je kunt inhoudelijke vragen beantwoorden over een tekst
  4. je kunt de regels van de werkwoordspelling toepassen

Slide 3 - Slide

timer
0:30
Noteer in 30 seconden zoveel mogelijk signaalwoorden

Slide 4 - Mind map

Tekst lezen:
'Niet gebeld is niet gesolliciteerd'

Lees de eerste twee alinea's van de tekst:



Beantwoord daarna de vragen die daarbij horen ( vraag 1 en 2). 


Slide 5 - Slide

vraag 1: Wat gebeurt er in alinea 1 en 2?
A
De schrijver beschrijft een voorbeeld.
B
De schrijver geeft een samenvatting.
C
De schrijver noemt een conclusie.
D
De schrijver stelt een onderzoeksvraag.

Slide 6 - Quiz

vraag 2: “Mijn vriendin heeft een screenshot 10 van die berichten naar mij gestuurd. Daarna heb ik via de app een afspraak voor mijn sollicitatiegesprek gemaakt.” (al. 1 regel 9-13)

Noteer het signaalwoord + bijbehorend tekstverband:

Slide 7 - Open question

vraag 3: In de eerste zin van alinea 2 staat:
“(…) dus komt ze er dit keer
makkelijk vanaf.” (regels 14-15)
Wat betekent deze zin?
A
Juliët heeft een nieuwe baan gekregen waarbij ze geen stress ervaart.
B
Juliët heeft geluk gehad dat ze niet hoefde te bellen voor een nieuwe baan.
C
Juliët heeft zonder moeite te doen een nieuwe baan gekregen.
D
Juliët solliciteerde via e-mail en kon van tevoren bedenken wat ze wilde zeggen.

Slide 8 - Quiz

Niet gebeld is niet gesolliciteerd 
Lees nu alinea 3 en 4 (2 aparte stukjes)



Beantwoord daarna de vragen die daarbij horen (vraag 3 en 4) . 


Slide 9 - Slide

vraag 4: Onno Hansen zegt dat veel jongeren het eng vinden om offline, dus persoonlijk, te communiceren.
Hoe komt dat volgens hem?

Tijdens een persoonlijk gesprek:
A
heb je geen tijd om uitgebreid over je antwoord na te denken.
B
is er geen mogelijkheid om te laten zien dat je handig met nieuwe media omgaat.
C
kun je niet snel reageren op andere berichten die via de telefoon binnenkomen.
D
moet je voortdurend je aandacht bij het gesprek houden.

Slide 10 - Quiz

vraag 5:Welke signaalwoord zie je aan het
begin van alinea 4?
Noteer ook het bijbehorende tekstverband.

Slide 11 - Open question

Niet gebeld is niet gesolliciteerd
Lees nu alinea 5 en 6  van de tekst:



Beantwoord de volgende twee vragen. 


Slide 12 - Slide

Vraag 6: Welk signaalwoord dat hoort bij tekstverband 'reden' zie je staan in alinea 5?

Slide 13 - Open question

Vraag 7: citeer de zin uit alinea 5 waarin Hansen uitlegt wat het doel is van zijn workshops.

Slide 14 - Open question

In alinea 8 staat een oorzaak-gevolgverband. Het signaalwoord dat erin staat is 'door'.
Wat is de oorzaak en wat is het gevolg?
A
Oorzaak: voorsprong in de procedure Gevolg: een goed telefoongesprek
B
Oorzaak: een goed telefoongesprek Gevolg: voorsprong in de procedure
C
Oorzaak: een voorsprong in de procedure Gevolg: een onderscheidend voordeel
D
Oorzaak: een onderscheidend voordeel Gevolg: een voorsprong in de procedure

Slide 15 - Quiz

Niet gebeld is niet gesolliciteerd
Lees nu alinea 7 + 8 van de tekst:



Beantwoord dan vraag 7 en 8.


Slide 16 - Slide

vraag 9: Welk kopje past het best
boven alinea 8?
A
Appen
B
Generatiekloof
C
Toekomst
D
Werkgevers

Slide 17 - Quiz

Niet gebeld is niet gesolliciteerd
Lees de laatste alinea's (9, 10 en 11)  
van de tekst:

Beantwoord vraag 9 t/m 12.


Slide 18 - Slide

vraag 10: Wat is het doel van de telefoontraining
voor Juliët? De training is vooral bedoeld om
A
haar het werk in het callcentrum goed te laten doen.
B
haar te helpen een baan te krijgen bij het callcentrum.
C
haar te helpen in de toekomst een baan te krijgen.
D
haar van haar telefoonangst af te helpen.

Slide 19 - Quiz

vraag 11: Stel: een studente heeft een leuke vacature gelezen
en wil solliciteren. Ze heeft deze tekst gelezen en stuurt
dhr Waasdorp een Whatsapp waarin ze vraagt om
een tip. Welk bericht zal Waasdorp ongeveer
terugsturen volgens de info uit deze tekst? Typ dit Whatsappbericht.

Slide 20 - Open question

vraag 12: vraag 11: De tekst eindigt met een citaat van Juliët. (
regels 142-146)
Hoe is dat citaat bedoeld?
Dit citaat is vooral bedoeld als een
A
conclusie
B
samenvatting van de tekst
C
toekomstverwachting.
D
voorbeeld bij het tekstonderwerp.

Slide 21 - Quiz

WERKWOORDSPELLING OEFENEN
Je krijgt steeds een zin met één of twee lege plekken
In die lege plekken moet je steeds een juiste werkwoordsvorm zetten
Bij twee vormen: plaats de woorden met een komma ertussen
dat kan zijn:

1) pv tegenwoordige tijd (ik-vorm, ik-vorm + t, wij-vorm)
2) pv verleden tijd ('t Sexy Fokschaapregel)
3) een voltooid deelwoord (langer maken / 'tSF)
4) een als bijvoeglijk naamwoord  gebruikt voltooid deelwoord (zo kort mogelijk!)


Slide 22 - Slide

Supermarkt in Assen is ... (opschrikken) door exotische spin tussen bananen.

Slide 23 - Open question

Dat ... (melden) de Dierenambulance Noord en Midden Drenthe op Facebook. (geen aanwijzing vt dus...)

Slide 24 - Open question

De ... (ontsnappen) spin ... (veroorzaken) in de ochtend veel gedoe.

Slide 25 - Open question

De vakkenvullers ... (wachten) angstig tot de meisjes van de kassa waren ... (uitgillen).

Slide 26 - Open question

Kees ... (vinden) dit soort verhalen maar niets, want hij ...(houden) niet van spinnen.

Slide 27 - Open question

Sam ... (lachen) vanmorgen toen hij hoorde wat er was ... (gebeuren).

Slide 28 - Open question

... (vinden) je ook daar voortaan iets aan moet worden ... (doen)?

Slide 29 - Open question

De uit de kluiten ... (wassen) spin in Assen is gevangen en naar een opvang ... (brengen).

Slide 30 - Open question

Klaar? Top :-)
Je bent weer een lesje dichter bij een goed cijfer voor je toets volgende week :-)

Slide 31 - Slide

LEERDOELEN VAN VANDAAG: behaald?



  1. Je kunt in een tekst hoofdzaken van bijzaken scheiden
  2. je kent de belangrijkste tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden
  3. je kunt inhoudelijke vragen beantwoorden over een tekst
  4. je kunt de regels van de werkwoordspelling toepassen

Slide 32 - Slide

Wat wil je woensdag en donderdag zeker nog oefenen?

Slide 33 - Open question