Wir haben den ganzen Tag am Strand gelegt und eine kleine Stadt besuchen
Wir haben in die Bergen geloefen
Was haben du gedaan?
Wie ist die Wetter bei du?
Und was habt du in vakantie?
Ich habe geschwimt.
5-10 Minute in Paaren
Slide 19 - Slide
Fehler entdecken
9. Donnerstag it habe geregnet. 10. in die vakantie gehen du was tun? 11. Wo gets es du? 12. Das Wetter ist shön. 13. Wir haben a Stadt bezucht. 14. Ich haufe du snell te zein. 15. vakantion
Slide 20 - Slide
Vertaal Beste Henk,
Slide 21 - Open question
Vertaal Beste opa en oma,
Slide 22 - Open question
Vertaal hoe gaat het met je? Met mij gaat het goed.
Slide 23 - Open question
Vertel waar je op vakantie bent.
Slide 24 - Open question
Geef aan met wie je op vakantie bent.
Slide 25 - Open question
zeg iets over het weer (heel de dag zon en lekker warm)
Slide 26 - Open question
Vertel over 1 activiteit
Slide 27 - Open question
praktische opdracht 5 min
blz. 51 staan zinnetjes
Deze zinnetjes zijn incompleet
Kies 5 zinnen uit en maak deze compleet met behulp van de woordenlijst op blz. 48