Les 6: Gezond leven

6: Gezond leven
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

6: Gezond leven

Slide 1 - Slide

Onderwerpen  thema 3
1. Bloed
2. De bloedsomloop
3. Het hart
4. Uitscheiding
5. Immuunsysteem
6. Gezond leven

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden
  • Je kunt de gevolgen van alcohol op korte en lange termijn noemen

Slide 3 - Slide

Bloeddruk
  • Druk van het bloed op de wand van de bloedvaten
  • Bloeddruk neemt toe bij inspanning en daalt wanneer je rust
  • Te lage bloeddruk: Duizelig, misselijk, sterretjes bij het opstaan --> menstruatie
  • Hoge bloeddruk komt vaker voor en is ongezond
  • Stress, roken, overgewicht en zout eten dragen bij aan een hoge bloeddruk.

Slide 4 - Slide

Slagaderverkalking
  • Bij beschadiging van bloedvat plakken witte bloedcellen + vette stoffen (cholesterol) vast aan de wand. Zo ontstaat een verdikking.  Wordt hard door kalk. 
  • Bloedvat wordt steeds smaller en er kan minder bloed (en zuurstof) doorheen. Weefsel of orgaan achter verstopte bloedvat gaat daardoor steeds slechter werken.
  • Slagaderverkalking begint al op jonge leeftijd. Iedereen krijgt er mee te maken.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

  • Verdikking hoeft niet de slagader volledig af te sluiten
  • In die verdikking kunnen wel scheurtjes ontstaan. 
  • Je verliest  bloed en op het wondje komt een korstje (stolsel) 
  • Korstje kan bloedvat afsluiten of loskomen en verderop in lichaam een (smaller) bloedvat afsluiten.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hartinfarct: Wanneer een kransslagader wordt afgesloten krijgen de hartspieren ineens geen zuurstof meer en raakt het hart beschadigd.

Slide 9 - Slide

Gezond leven
  • Een gezonde levensstijl verkleint de kans op hart- en vaatziekten. 
  • Erfelijkheid speelt ook een rol, maar het meest belangrijke is een gezonde levensstijl!

Slide 10 - Slide

Gezonde levensstijl
  1. Niet roken
  2. Geen alcohol drinken! En na je 18e maximaal 1 glas per dag
  3. Eet gezond en gevarieerd (T2: Voeding en vertering)
  4. Beweeg regelmatig (minimaal 30 min. per dag)
  5. Voorkom stress en ontspan genoeg

Slide 11 - Slide

Tips voor minder stress
  1. Schrijf op wat je graag doet en maak daar tijd voor
  2. Grote opruiming/ schoonmaak van je slaapkamer ruimt ook op in je hoofd. 
  3. Doe één ding tegelijk en neem daar echt de tijd voor
  4. Routine in je dag- en nachtritme
  5. Prop niet je hele dag vol met activiteiten

Slide 12 - Slide

Alcohol
  • Heeft een verdovende werking. Komt via bloed overal in lichaam
  • Waarnemings- en reactievermogen neemt door alcohol af
  • Minder remmingen, geheugen en kritiek. 

  • Jongeren zijn extra gevoelig. Hersenen zijn nog in ontwikkeling tot je 24e! Dus meer kans op hersenschade.

Slide 13 - Slide

  • De lever en nieren werken hard om alcohol uit het lichaam te krijgen.
  • Kater: Veel vocht verloren + giftige stoffen die ontstaan bij de afbraak van alcohol.
  • Alcoholgehalte in bloed wordt uitgedrukt in promillage 1‰ (duizendsten)


Promille: Hoeveelheid alcho

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt noemen hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden
  • Je kunt de gevolgen van alcohol op korte en lange termijn noemen

Slide 16 - Slide

Estafette spel
  • Klas in 2 groepen. Om de beurt één persoon een kaartje pakken en het begrip tekenen op bord. De rest van de groep gaat raden. 
  • Je mag in je tekening geen letters en cijfers gebruiken!

  • Welke groep als eerste alle kaartjes geraden heeft, heeft gewonnen!

Slide 17 - Slide


A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje

Slide 18 - Quiz


A
Bovenste holle ader
B
Aorta
C
Kransslagader
D
Longader

Slide 19 - Quiz

Welk type bloedvat is dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat

Slide 20 - Quiz

Wat geeft het vraagteken aan?
A
Rechterboezem
B
Kransslagader
C
Harttussenwand
D
Bovenste holle ader

Slide 21 - Quiz

Welk type
bloedvat is
dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat

Slide 22 - Quiz

Welk type
bloedvat
is dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat

Slide 23 - Quiz

Welk type
bloedvat is
dit?
A
Slagader
B
Aderkleppen
C
En spataderen
D
Haarvaten

Slide 24 - Quiz


A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Kleine bloedcel
D
Bloedplaatje

Slide 25 - Quiz


A
Rechterkamer
B
Rechterboezem
C
Harttussenwand
D
Linkerboezem

Slide 26 - Quiz


A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje

Slide 27 - Quiz


A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 28 - Quiz


A
Nierbekken
B
Niermerg
C
Nierschors
D
Urineleider

Slide 29 - Quiz

Wat drijft om deze ziekteverwekker heen?
A
Antistoffen
B
Antigenen
C
Bacteriën

Slide 30 - Quiz


A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 31 - Quiz


A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 32 - Quiz


A
Longader
B
Onderste holle ader
C
Longader
D
Longslagader

Slide 33 - Quiz


A
Nierbekken
B
Nierschors
C
Niermerg

Slide 34 - Quiz

Estafette spel
  • Klas in 2 groepen. Om de beurt één persoon een kaartje pakken en begrip tekenen op bord. De rest van de groep gaat raden. 

  • Je mag in je tekening geen letters en cijfers gebruiken!
  • Welke groep als eerste alle kaartjes geraden heeft, heeft gewonnen!

Slide 35 - Slide

Opdrachten
§3.6 opdr 1-5, 7,8 en 11
test jezelf van §3.6

inleveren literatuur onderzoek

Slide 36 - Slide