Les 6: Gezond leven

6: Gezond leven
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

6: Gezond leven

Slide 1 - Slide

Onderwerpen  thema 3
1. Bloed
2. De bloedsomloop
3. Het hart
4. Uitscheiding
5. Immuunsysteem
6. Gezond leven

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt noemen hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden
  • Je kunt de gevolgen van alcohol op korte en lange termijn noemen

Slide 3 - Slide

Bloed en bloedsomloop

Slide 4 - Mind map

Bloeddruk
  • = Druk van het bloed op de wand van de bloedvaten
  • Bloeddruk neemt toe bij inspanning en daalt wanneer je rust
  • Te lage bloeddruk: Duizelig, misselijk, sterretjes bij het opstaan
  • Hoge bloeddruk komt vaker voor en is ongezond
  • Stress, roken, overgewicht en zout eten dragen bij aan een hoge bloeddruk.

Slide 5 - Slide

Slagaderverkalking
  • Bij beschadiging van bloedvat plakken witte bloedcellen + vette stoffen (cholesterol) vast aan de wand. Zo ontstaat een verdikking.  Wordt hard door kalk. 
  • Bloedvat wordt steeds smaller en er kan minder bloed (en zuurstof) doorheen. Weefsel of orgaan achter verstopte bloedvat gaat daardoor steeds slechter werken.
  • Slagaderverkalking begint al op jonge leeftijd. Iedereen krijgt er mee te maken.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

  • Verdikking hoeft niet de slagader volledig af te sluiten
  • In die verdikking kunnen wel scheurtjes ontstaan. 
  • Je verliest  bloed en op het wondje komt een korstje (stolsel) 
  • Korstje kan bloedvat afsluiten of loskomen en verderop in lichaam een (smaller) bloedvat afsluiten.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hartinfarct: Wanneer een kransslagader wordt afgesloten krijgen de hartspieren ineens geen zuurstof meer en raakt het hart beschadigd.

Slide 10 - Slide

Gezond leven
  • Een gezonde levensstijl verkleint de kans op hart- en vaatziekten. 
  • Erfelijkheid speelt ook een rol, maar het meest belangrijke is een gezonde levensstijl!

Slide 11 - Slide

Gezonde levensstijl
  1. Niet roken
  2. Geen alcohol drinken! En na je 18e maximaal 1 glas per dag
  3. Eet gezond en gevarieerd (T2: Voeding en vertering)
  4. Beweeg regelmatig (minimaal 30 min. per dag)
  5. Voorkom stress en ontspan genoeg

Slide 12 - Slide

Tips voor minder stress
  1. Schrijf op wat je graag doet en maak daar tijd voor
  2. Grote opruiming/ schoonmaak van je slaapkamer ruimt ook op in je hoofd. 
  3. Doe één ding tegelijk en neem daar echt de tijd voor
  4. Routine in je dag- en nachtritme
  5. Prop niet je hele dag vol met activiteiten

Slide 13 - Slide

Alcohol
  • Heeft een verdovende werking. Komt via bloed overal in lichaam
  • Waarnemings- en reactievermogen neemt door alcohol af
  • Minder remmingen, geheugen en kritiek. 

  • Jongeren zijn extra gevoelig. Hersenen zijn nog in ontwikkeling tot je 24e! Dus meer kans op hersenschade.

Slide 14 - Slide

  • De lever en nieren werken hard om alcohol uit het lichaam te krijgen.
  • Kater: Veel vocht verloren + giftige stoffen die ontstaan bij de afbraak van alcohol.
  • Alcoholgehalte in bloed wordt uitgedrukt in promillage 1‰ (duizendsten)


Promille: Hoeveelheid alcho

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt noemen hoe je je hart en bloedvaten gezond kunt houden
  • Je kunt de gevolgen van alcohol op korte en lange termijn noemen

Slide 17 - Slide

Estafette spel
Wat: Teken zo snel en duidelijk mogelijk het begrip op je kaartje na op het bord.
Hoe: Klas in 2 groepen. Pak om de beurt een kaartje uit het mandje en teken hem op het bord. De rest van je groep probeert het begrip te raden. Wanneer het antwoord goed is, is de volgende leerling aan de beurt.
Hulp: De docent
Tijd: 10-15 minuten
Uitkomst: Je kent veel belangrijke begrippen van thema 3
Klaar: Je hebt gewonnen als alle kaartjes goed geraden zijn

Slide 18 - Slide


A
Bovenste holle ader
B
Aorta
C
Kransslagader
D
Longader

Slide 19 - Quiz

Welk type bloedvat is dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat

Slide 20 - Quiz

Welk type
bloedvat is
dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat

Slide 21 - Quiz

Wat geeft het vraagteken aan?
A
Rechterboezem
B
Kransslagader
C
Harttussenwand
D
Bovenste holle ader

Slide 22 - Quiz

Welk type
bloedvat
is dit?
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat

Slide 23 - Quiz

Welk type
bloedvat is
dit?
A
Slagader
B
Aderkleppen
C
En spataderen
D
Haarvaten

Slide 24 - Quiz


A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Kleine bloedcel
D
Bloedplaatje

Slide 25 - Quiz


A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje

Slide 26 - Quiz


A
Rechterkamer
B
Rechterboezem
C
Harttussenwand
D
Linkerboezem

Slide 27 - Quiz


A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje

Slide 28 - Quiz


A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 29 - Quiz


A
Nierbekken
B
Niermerg
C
Nierschors
D
Urineleider

Slide 30 - Quiz

Wat drijft om deze ziekteverwekker heen?
A
Antistoffen
B
Antigenen
C
Bacteriën

Slide 31 - Quiz


A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 32 - Quiz


A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 33 - Quiz


A
Longader
B
Onderste holle ader
C
Longader
D
Longslagader

Slide 34 - Quiz


A
Nierbekken
B
Nierschors
C
Niermerg

Slide 35 - Quiz

Estafette spel
Wat: Teken zo snel en duidelijk mogelijk het begrip op je kaartje na op het bord.
Hoe: Klas in 2 groepen. Pak om de beurt een kaartje uit het mandje en teken hem op het bord. De rest van je groep probeert het begrip te raden. Wanneer het antwoord goed is, is de volgende leerling aan de beurt.
Hulp: De docent
Tijd: 10-15 minuten
Uitkomst: Je kent veel belangrijke begrippen van thema 3
Klaar: Je hebt gewonnen als alle kaartjes goed geraden zijn

Slide 36 - Slide

Hartinfarct
Bij afsluiting van een kransslagader door een bloedpropje + slagaderverkalking ontstaat een hartinfarct.
De hartspier erachter krijgt geen bloed meer en als dit lang duurt sterft de spier af.

Slide 37 - Slide

Hartinfarct
Soms merken mensen al eerder dat er iets mis is door druk op de borst bij inspanning. 
Dit heet Angina Pectoris.
De hartspier krijgt dan al minder bloed dan hij nodig heeft.

Slide 38 - Slide

Hartinfarct - dotteren ballon
Een vernauwing in een kransslagader kan er gedotterd worden.
Via een slagader in de lies wordt een ballon de juiste kransslagder in gebracht. Opblazen van de ballon verwijdert de vernauwing.

Slide 39 - Slide

Hartinfarct - dotteren stent
Een stent houdt het bloedvat voor langere tijd open

Slide 40 - Slide

Gevolgen alcohol
Korte termijn
Lange termijn
Opwekkend
Verstoort ontwikkeling van de hersenen
Verminderde remming
Verstoorde hormoonbalans
Verminderde controle
Beschadiging van lever, hersenen, maag en hart
Verdoving
Geheugenverlies en verminderde school-, studie- en werkprestaties

Slide 41 - Slide

Alcohol
Alcohol is een stof met een verdovende werking.
 
Alcohol komt via het bloed op vrijwel alle plekken van het lichaam. 

Jongeren zijn extra gevoelig voor alcohol: hersenschade en verslaving.

Kater: hoofdpijn/dorstig/misselijk door vochtverlies en giftige afvalstoffen. 

Alcoholvergiftiging: bij jongeren boven 1,7 promille. Boven 4 promille kans op coma en overlijden.

Bingedrinking: in korte tijd veel alcohol drinken

Slide 42 - Slide