M4 H2

Wat betekent arbeidsproductiviteit?
1 / 34
next
Slide 1: Open question
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat betekent arbeidsproductiviteit?

Slide 1 - Open question

Wat is het verband tussen scholing en arbeidsproductiviteit?

Slide 2 - Open question

Scholing verhoogt de arbeidsproductiviteit. Voor een land is het ook beter als mensen verder leren.

Slide 3 - Slide

Scholing verhoogt de arbeidsproductiviteit. Voor een land is het ook beter als mensen verder leren.
--> Leerplicht verhoogt de arbeidsproductiviteit

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
-Aan het eind van de les kan je het verband uitleggen tussen looninkomen en arbeidsproductiviteit
-Aan het eind van de les kan je looninkomen verklaren gedurende een leven

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Afsluiting
-Aan het eind van de les kan je het verband uitleggen tussen looninkomen en arbeidsproductiviteit
-Aan het eind van de les kan je looninkomen verklaren gedurende een leven

Slide 10 - Slide

Lesdoelen
- Aan het eind van de les kan je het begrip "permanent consumptieniveau" omschrijven.
- Aan het eind van de les kan je het begrip "permanent consumptieniveau" verklaren.
- Aan het eind van de les kan je het begrip "permanent consumptieniveau" verbinden aan lenen.
- Aan het eind van de les kan je het begrip "permanent consumptieniveau" verbinden aan sparen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Permanent consumptieniveau
Door te lenen en te sparen blijft onze consumptie gelijk.
In werkelijkheid is dit niet het geval.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Lesdoelen
- Aan het eind van de les kan je het begrip "permanent consumptieniveau" omschrijven.
- Aan het eind van de les kan je het begrip "permanent consumptieniveau" verklaren.
- Aan het eind van de les kan je het begrip "permanent consumptieniveau" verbinden aan lenen.
- Aan het eind van de les kan je het begrip "permanent consumptieniveau" verbinden aan sparen.

Slide 16 - Slide

Wat betekent permanent consumptieniveau?

Slide 17 - Open question

Wanneer gaan we lenen? Gebruik inkomen en consumptieniveau in het antwoord

Slide 18 - Open question

Wanneer gaan we sparen? Gebruik inkomen en consumptieniveau in het antwoord

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Financieel vermogen
= Het verschil tussen spaargeld en schulden
(-> spaargeld - schulden)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Verklaar punt A

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Verklaar punt B

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Verklaar punt C

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Verklaar punt D

Slide 29 - Open question

Wat is het verband tussen financieel vermogen met looninkomen en permanent consumptieniveau? Gebruik alle begrippen

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

oefenen:

opdracht 21 t/m 25 van Toepassen §2.4

Slide 34 - Slide