This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
1.4 Wordt alles duurder
Welkom allemaal
Ga rustig zitten en pak je spullen erbij
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Wordt alles duurder?
Slide 3 - Slide
Je leert in deze les:
Hoe je een reservering berekent;
Wat het gevolg is van een stijging of daling van prijzen voor je koopkracht;
Hoe je een stijging of daling in procenten berekent.
Slide 4 - Slide
Geld opzijzetten
Slide 5 - Slide
Ralf wilt over drie jaar een nieuwe auto kopen van € 20.000. Bereken de reservering per maand.
Slide 6 - Open question
Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 5 van paragraaf 1.4Wordt alles duurder?
timer
5:00
Slide 7 - Slide
Prijs 2021: €100
Prijs 2023: €131
Slide 8 - Slide
Hoeveelheid goederen 2021: €100
Hoeveelheid goederen 2023: €100
Slide 9 - Slide
Onthouden
De koopkracht geeft aan hoeveel goederen en diensten je met je inkomen kunt kopen.
Een algemene stijging van de prijzen noem je inflatie.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
In 2010 is het gemiddelde inkomen € 23000,-. In 2015 is het gemiddelde inkomen € 24000,-. Met hoeveel % is het gemiddelde inkomen gestegen? (nieuw-oud) / oud x 100%
Slide 12 - Open question
Aan de slag
Maak opdracht 6 t/m 12 van paragraaf 1.4Wordt alles duurder?