- Je kunt de strijd tussen de Friezen en de Franken benoemen.
- Je kunt drie producten noemen die verhandeld werden.
- Benoemen dat er in dorpen ook aan nijverheid werd gedaan.
- Beschrijven dat de handelsplaatsen in die tijd heel rijk werden.
- Een voorbeeld noemen waaraan je kan zien dat de handelsplaatsen rijk werden.
- De gevolgen beschrijven van de rijkdom van deze handelsplaatsen.
- Uitleggen waarom vooral plaatsen aan het water werden aangevallen door de Noormannen.
- uitleggen dat de Dorestad bijna jaarlijks werd aangevallen en mede daardoor zijn functie als handelsplaats verloor.