4M SE1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Vandaag

• Oefenen eindexamen vragen T1 Planten blz 68 werkboek. 

Opdracht 1: Welke letter geeft het deel aan waaruit een vruchtje groeit?

1. Letter Q
2. Letter R
3. Letter S

Opdracht 2: Noem een ander kenmerk van de bloemen in de afbeelding waaraan is te zien dat ze worden bestoven door de wind.

Opdracht 3: Leg uit waarom de plant alleen boven water bloemen heeft.

Opdracht 4:Geef bij elk van deze manieren van voortplanting aan of die geslachtelijk of ongeslachtelijk is.

Opdracht 5: Hoe ontstaat dit verschil tussen de bladeren van één plant?

1. Door een verschil in erfelijke eigenschappen van de bladeren
2. Door een verschil in milieufactoren
3. Door een verschil in erfelijke- en milieufactoren

Opdracht 6: Hoeveel chromosomen bevinden zich in een cel van een wortel van zo’n plant?

Opdracht 7: Wat is de naam van dit gas?

1. Koolstofdioxide
2. Stikstof
3. Waterdamp
4. Zuurstof

Opdracht 8: Wat moet er in zo’n controlebuis worden weggelaten?

1. De lucht
2. De plantenwortel
3. Het kalkwater

Vandaag

• Oefenen met examentrainer T2 blz. 110 handboek
• Samenvatten/diagnostische toets  

Opdracht 1: Waren de populaties in 2000 groter of kleiner in vergelijking met 1995?

1. Beide populaties waren in 2000 groter
2. Beide populaties waren in 2000 kleiner
3. De populatie druipzakpijp was in 2000 groter, die van heremietkreeft kleiner
4. De populatie druipzakpijp was in 2000 kleiner, die van heremietkreeft groter

Opdracht 2: Noem nog een andere mogelijke oorzaak voor afname van de populatiegrootte.

Opdracht 3: Welke koolhydraten komen in cellen van een dier voor?

1. Alleen glucose en glycogeen
2. Alleen glucose en zetmeel
3. Alleen glycogeen en zetmeel
4. Glucose, glycogeen en zetmeel

Opdracht 4: Met welke letter is die pijl aangegeven?

Opdracht 5: Welke letter geeft de omzetting aan die door reducenten wordt uitgevoerd? Leg je antwoord uit.

Vandaag

Oefen met examenvragen thema 3 blz 164/165

Opdracht 2: Leg uit waardoor de opbrengst niet meer toeneemt, als de planten zo dicht op elkaar staan.

Opdracht 3: Maak een werkplan waarmee je kunt onderzoeken welk van deze twee rassen een grotere opbrengst oplevert.

Opdracht 4: Noem nog twee andere nadelen van het gebruik van herbiciden.

Opdracht 5: Leg uit waarom het onkruid moet worden verwijderd voordat het bloemen vormt.